Hunze of Oostermoerse vaart, het riviertje de Hunze ontspringt als Achterste Diep in de Exloosche Landen en de Exloosche Monden en als Voorste Diep, banend bij Borger door de Hondsrug, in de Eeservenen. De Hunze ligt in het dal tussen de Hondsrug aan de westzijde en een lage zandrug aan de oostzijde. Deze lage zandrug zorgde er voor dat het voormalige Bourtangermoor niet tot de Hondsrug liep. De Hunze mondt uit in het Zuilaardermeer en gaat als Drentsche Diep vervolgens naar het Winschoter Diep. Het Hunzedal is ontstaan in IJstijd. Halverwege de 18de eeuw werd de Hunze belangrijk voor de turfvaart. Tot Gasselternijveen is de Hunze bevaarbaar geweest. In de jaren 60 van de vorige eeuw werd de Hunze gekanaliseerd om de afwatering ten behoeve van de landbouw te reguleren. Omdat de Hunze voor een groot deel gevoed wordt met kwelwater bleek de regulatie niet goed te werken. Grote delen van het stroomgebied worden, verspreid over diverse locaties zoals de Elzenmaat, teruggegeven aan de natuur door oude meanders weer uit te graven.
Semslinie
Bij het woord Semslinie wordt in eerste instantie gedacht aan een verdedigingswerk uit vroegere tijden. Oud is het wel, maar het heeft niets met een verdediging te maken. De conflicten tussen Drentse en Groningse grondeigenaren bereikte in 1614 een hoogtepunt. Volgens de Drenten hoorde het klooster in Ter Apel bij Drenthe, maar volgens de Groningers bij Groningen. Om het conflict op te lossen werd een Friese landmeter, Johan Sems, ingehuurd om een grens te bepalen. Hij trok de grens in een min of meer rechte lijn tussen Huis Ter Haar (ten noorden van Ter Apel) en de Martinitoren in Groningen. De conflicten waren hier niet mee opgelost; de Groningers wilden het klooster niet aan de Drenten afstaan. Met de komst van het Stadskanaal werd de definitieve grens bepaald, waarbij het klooster Gronings bleef. Een klein deel van de Semslinie is als provinciegrens erkend.
Museumspoorlijn S.T.A.R.
De Museumspoorlijn S.T.A.R. is de langste museumspoorlijn van Nederland. De lijn loopt sinds 1995 van Veendam tot Musselkanaal. De Museumspoorlijn loopt voor delen over de Semslinie. De Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij (NOLS) legde in 1905 het traject Assen-Gieten-Stadskanaal aan (nu een wandelpad) en in 1910 het traject Veendam-Stadskanaal. De oorspronkelijke S.T.A.R. (Groningsch-Drentsche Spoorwegmaatschappij Stadskanaal-ter Apel-Rijksgrens) legde in 1924 het traject Stadskanaal-Musselkanaal aan.
Gasselternijveen
Hoewel de naam Gasselternijveen pas in Franse tijd op kaart verscheen geldt Gasselternijveen als oudste veenkolonie in het gebied van de Hunze. In de 17e eeuw was de Hunze bevaarbaar en het Stadskanaal bestond nog niet. Vanuit Gasselternijveen werden zogenaamde monden gegraven en vanuit die monden weer kanalen en wijken door het veen gegraven. In 1667 werd door de Staten-Generaal besloten dat de Hunze een vrije doorvaart kreeg. Het resultaat was dat Gasselternijveen zich ontwikkelde tot een schippersdorp. Deze schippers voerden turf af naar Groningen en later ook naar de rest van Nederland. Uiteindelijk bleken ze met coasters ook naar Scandinavische landen en Engeland te varen. Omdat ze in Gasselternijveen bleven wonen kende het dorp tussen 1840 en 1930 een bloeiperiode. In 1913 was Gasselternijveen qua aantal schepen, na Rotterdam, Amsterdam en Groningen de vierde zeehaven van Nederland. Na 1930 liep de scheepvaart terug.
Boswachterij Gieten-Borger
De bomen in de boswachterij zijn vorige eeuw aangeplant voor houtwinning. Tussen de bomen liggen fraaie vennetjes en heidegebiedjes verscholen. Diverse wegen zijn verhard met Drentse keien. Deze kwamen met de ontginning te voorschijn. Aan de westkant ligt het stroomdal van het Anderensche diep met fraaie graslanden en oude houtwallen. In de boswachterij komen 2 hemelrijken voor. 't Olde Hemelriek is een fraai natuurlijk ven en 't Nije Hemelriek, een uitgegraven recreatieplas met stand.
Gieten
Gieten wordt voor het eerst genoemd in 1221, maar moet al veel ouder zijn gezien de grafheuvels in het noordelijk van Gieten gelegen Zwanemeerbos. Het huidige hotel Braams werd in 1617 als herberg gebouwd langs de Middeleeuwse route Groningen-Coevorden. Een deel hiervan is terug te zien als zandweg door het Zwanemeerbos.
Stichting Marketing Drenthe is in 2007 in opdracht van de Provincie opgericht. Marketing Drenthe is verantwoordelijk voor het verbeteren van het imago van Drenthe op het gebied van toerisme, wonen en werken, met de ultieme doelstelling een bijdrage te leveren aan de economische ontwikkeling binnen deze sectoren. De kernwaarden van Drenthe, zoals rust, ruimte en oorspronkelijkheid worden 'toekomstgericht' gemaakt. Zo moet Drenthe in de beeldvorming een vitale, dynamische provincie worden. Het beoogde resultaat van de campagne is een significante imagoverbetering van Nederlands mooiste provincie. Marketing Drenthe is een professioneel, enthousiast en slagvaardig team met een open houding om zaken op te pakken en nieuwe kansen in beeld te brengen. Daarnaast ligt de kracht om partijen met elkaar te verbinden en de communicatie te verbeteren en te versterken om Drenthe op de kaart te zetten.