Als je net even buitenom Sluis fietst heb je een prachtig zicht op de mooi gerestaureerde vestingwerken van dit oude stadje. Er loopt nog altijd water langs - én een leuk fietspaadje. Aan je ene kant strekken groene weilanden zich eindeloos uit, terwijl je langs de andere kant van het pad de hoge wallen ziet die in stervorm zijn aan gelegd. Zet ook even je fiets aan de kant om Sluis in te wandelen, wat dit historische stadje is erg mooi. De winkels zijn hier iedere dag open, dus ook op zondag kun je hier lekker rondsnuffelen.
In het centrum trekt molen De Brak meteen de aandacht. De molen dankt zijn naam aan het Franse jachthondenras Braque – jachthonden steken immers hun neus in de wind bij het jagen, net zoals de molen zijn wieken naar de wind draait. Deze molen was in 1739 de eerste stenen molen in deze streek en werd gebouwd als vestingmolen aan de zuidoostelijke grens van het fort Sluis. De molen is nog regelmatig in bedrijf en eigen gemalen (pannenkoeken-) meel is in de molen verkrijgbaar.
Minder bekend maar zeker zo leuk is Aardenburg, de oudste stad van Zeeland. De Romeinse, de Middeleeuwse en 17de eeuwse vestingwerken, de eeuwenlange bewoning en de hoge ligging maken van de bodem van Aardenburg één groot openluchtmuseum. In het Gemeentelijk Archeologisch Museum leer je er alles over. De laatste jaren hebben meerdere ateliers, galeries en antiekzaken zich in deze stad gevestigd, de moeite waard dus om even af te stappen.
Neem hier zeker even een kijkje bij het beeld Margareta Sandra, in het plantsoen Verloren Kostje – lang geleden het Zuidelijke Bolwerk van de Aardenburgse verdediging. Rondom het beeld zijn gedichten geplaatst met als ¬onderwerp Oorlog en Vrede. Het beeld is een ode aan Margareta Sandra, de vrouw van schepen Pieter Roman, die zich eind 17e eeuw tegen een Franse inval verzette door de stedelingen op te roepen potten, pannen, ketels en kettingen met kanonnen op de vijand af te vuren – en met succes. De Fransen werden tot twee keer toe geweerd bij Aardenburg, een heel prestatie.
Ook de omgeving is hier de moeite waard. Na eeuwen van overstromingen en pogingen het land weer terug te winnen op de zee, is de streek rond Aardenburg de afgelopen eeuwen vooral gevormd door inpolderingen en landbouw. Het mooie landschap van dijken, polderwegen en prachtige kreken leent zich perfect voor een fietstochtje.
Verderop fiets je een heel eind langs het met bomen omzoomde Leopoldkanaal. Bij het uitroepen van de Belgische onafhankelijkheid en de afscheiding van Nederland, sloten de Nederlanders echter de afwateringsbeken naar de Westerschelde – nu Nederlands grondgebied – af. De polders aan de Belgische kant werden zo vochtig, dat er zelfs malaria (indertijd polderkoorts genoemd) uitbrak. De aanleg van het Leopoldkanaal bracht uitkomst.
Naast de afwateringsfunctie werd er meteen ook een militaire functie aan gegeven, voor het geval het nog eens tot een oorlog zou komen met Nederland. Vandaar dat het kanaal zo’n beetje de grens België-Nederland volgt. Het is echter nooit zover gekomen. De enige keer dat het kanaal een militaire functie heeft vervuld was op het einde van WO II, toen werden hier zware gevechten gevoerd met de Duitsers, die per se de Scheldemonding in handen wilden houden.
Het Leopoldkanaal leidt je vanzelf naar de Siphon (of Sifon), een gehucht op de plaats waar de Damse Vaart gekruist wordt door het Schipdonk- en Leopoldkanaal. Vroeger werden deze kanalen onder de Damse Vaart doorgeleid door middel van een sifon, maar in 1940 werd deze verwoest. Nu lopen juist de kanalen door en is de Damse Vaart onderbroken. Een heel bijzonder plekje, prachtig begroeid met hoge bomen en wilde struiken.
De historie van de Damse Vaart gaat nog verder terug – deze werd op last van Napoleon gegraven, tn tijde van het Franse bewind. Hij zag wel wat in het idee om de grote Noord-Franse havens te verbinden met de Westerschelde in Antwerpen, via – onder andere – Brugge en Sluis. Voor dit grootschalig project worden duizenden Spaanse krijgsgevangenen ingezet. Bij de val van het keizerrijk was het kanaal gegraven tot even voorbij Hoeke, Willem I liet de waterweg begin 19e eeuw verder doortrekken tot in Sluis. Als je de vaart volgt kom je vanzelf weer in dit prachtige oude vestingstadje, waar je je fietstochtje door de historie van dit bijzondere grensgebiedje begon.