Klein-Brabant is een Vlaamse regio in de stedendriehoek tussen Antwerpen, Brussel en Gent. In dit gebied stromen de Schelde en de Rupel, een zijrivier van de Schelde. In dit gevarieerde landschap fiets je langs de oever van de Schelde, door haar polders en door (broek-)bossen. Ook kom je door enkele pittoreske Vlaamse dorpjes, zoals Puurs en Hamme, geboorteplaats van de schrijver Herman Brusselmans en K3-lid Kristel Verbeke.
Voordat je de Schelde bereikt, fiets je eerst even langs de linkeroever van de Rupel, een slechts twaalf kilometer lange rivier. Aan de overkant van het water ligt de Rupelstreek die bekend staat om zijn steenbakkerijen. Na een paar kilometer fietsen kun je mooi zien hoe de Rupel uitmondt in de Schelde.
De Schelde ontspringt in het noorden van Frankrijk en mondt uiteindelijk via de Westerschelde uit in de Noordzee. Zoals iedere rivier is ook de Schelde door de eeuwen heen van grote economische en strategische betekenis geweest. De Romeinen trotseerden het naar hun smaak koude en natte klimaat om via de Schelde naar Brittannia uit te kunnen varen. De Vikingen gebruikten de rivier juist als toegangspoort op hun rooftochten in de omringende streken. Tussen 1585 en 1792 werd de rivier in de omgeving van Antwerpen geblokkeerd om politieke, strategische en vooral economische redenen. Uiteindelijk kwamen België en Nederland pas in 1839 een vrije doorgang overeen, al houdt de Westerschelde de gemoederen nu en dan nog steeds bezig.
Langs de oevers van de Schelde rij je door een uniek natuurgebied. De rivier mag dan redelijk getemd zijn, zij heeft in de loop der eeuwen haar sporen in het landschap achtergelaten. Je ziet vele slikken en schorren die erg waardevol zijn voor watervogels. Ook tref je wilgen, riet, oeverzegge en speenkruid aan. Rijdend door de natte bossen zie je een zeldzame moerasvegetatie die onder meer bestaat uit varens, moerasdistels en slangenwortel. In de polders groeien vele populieren, maar ook wilg en es. De nachtegaal, koekoek en gaai voelen zich hier thuis.
Je steekt de Schelde twee keer via een veerpontje over. Na de eerste keer rij je door de schorren van de Durme. Dit is één van de weinige zoetwaterschorren die België nog telt. Je ziet hier veel riet en wilgen, ze vormen ondoordringbare wouden die veel weg hebben van tropische mangroven.