Door het glooiende Limburgse gebied Altembroek fiets je naar het Veursbos, dat ten oosten van het Belgische Veurs ligt. Het bos is deels een hellingbos, dus bereid je voor op een stevige klim en de beloning dat je niet meer hoeft te trappen wanneer je naar lager gelegen gebied gaat. Het Veursbos ligt boven op een uitloper van het Plateau van Margraten. Om de heuvelrug heen lopen de beekjes de Gulp, de Veurs en de Noor. Het Veursbos is een veldbies- en beukenbos. De bomen groeien hier op voedselarme, lemige en stenige grond. Loofbomen rijzen hoog naar hemel op en dwergstruiken blijven wat dichter bij de grond. Het is een zeldzaam bostype in Nederland en in Vlaanderen, omdat de bomen alleen goed kunnen groeien wanneer het klimaat koel en vochtig is. De bomen doen het goed in het Veursbos, maar de struiken en de mossen hebben het moeilijk. Kruiden komen er wel veel voor. Vooral de witte veldbies en de mispel zullen plantenliefhebbers herkennen in de vegetatie, naast de vanzelfsprekende beukenbomen en zomereiken.
Je fietst naar Sint-Pieters-Voeren, waar je een mooi kasteel in de Maaslandse renaissancestijl ziet staan. De Commanderie is een voormalige commanderij van de Duitse orde, die in 1242 door Daniël van Voeren geschonken wordt wanneer hij er zijn intrede doet. Het kasteel was de commanderij van Alden Bielden, waar de commandeur verbleef. Het complex bestaat uit een hoofdgebouw, een hoeve, stallingen en een poortgebouw. Het oudste gedeelte van de vesting is de L-vormige vleugel, waar een toren op prijkt. Aan de oorspronkelijke ringgrachten om het kasteel werden in 1885 een aantal vijvers toegevoegd. Hierin werd, en wordt nog altijd, forel, steur en paling gekweekt.
Je fietst naar Eijsden, waar je de prachtige oude Graanmolen van Eijsden ziet, die in 1788 werd gebouwd. Deze onderslag watermolen maalde koren, maar wordt sinds ongeveer de jaren ’50 niet meer gebruikt. Daardoor raakte de molen en de waterwerken in slechte staat. Hoewel de molen in 1980 volledig werd gerestaureerd, wordt hij niet meer voor zijn oorspronkelijke doel ingezet.
Vijfhonderd meter verder doemt Kasteel Eijsden op. Dit kasteel wordt ook wel ‘de Borg’ of ‘Laag Caestertburg’ genoemd en is een rijksmonument. Het tegenwoordige kasteel is gebouwd in 1636, verbouwd in 1767 en daarna gerestaureerd. Het bestaat uit twee haaks op elkaar staande vleugels die aan de buitenzijden beide een zware hoektoren hebben. Het geheel wordt omringd door een gracht en bij het kasteel ligt een poortgebouw met voorhof. Het in 1900 aangelegde park is vrij toegankelijk.
Voor het volgende kasteel moet je naar het volgende dorpje fietsen. Kasteel Oost in Oost-Maarland was oorspronkelijk een omgrachte woontoren, maar die werd in de loop van de tijd uitgebouwd en aangepast. Nu is die toren de kern van een statig herenhuis. Het oudste muurwerk dateert vermoedelijk uit de twaalfde of dertiende eeuw en is in één van de zijgevels terug te vinden. De woontoren werd echter pas in 1548 gebouwd. Van de oude structuur van het kasteel is niet veel meer terug te zien sinds het in de jaren vijftig ingrijpend veranderd werd.
Stap ook in Libeek even van je fiets. Tot aan 2011 was Libeek, of Liebik zoals de Limburgers het noemen, onderdeel van Margraten. De plaats ontstond in de dertiende eeuw en in het plaatsje staat de hoeve Libeek, waarvan de oudste delen ook dateren van de dertiende eeuw. Ooit stond er op deze plek een riddermatig huis, maar nadat het kasteel een andere eigenaar kreeg in de zestiende eeuw werd de vesting geleidelijk omgebouwd tot pachthoeve. Libeek heeft de grootste Limburgse hoeve die om een vierkant binnenplein heen staat en het woonhuis, dat is opgetrokken uit mergelsteen, werd in de zestiende en zeventiende eeuw gebouwd en verbeterd.
Het laatste historische kasteelcomplex dat je kunt bezichtigen staat in Mheer en draagt dezelfde naam. Het is een slot met vier vleugels en een U-vormige nederhof. De kleine binnenhof binnen de vier vleugels is bereikbaar via een loopbrug over een droge gracht. De westvleugel is het oudste gedeelte van het slot; dit gedeelte van het kasteel werd in het begin van de veertiende eeuw gebouwd. Aan het einde van diezelfde eeuw werd de noordvleugel gebouwd en de oostvleugel, waar een robuuste ronde toren op staat, stamt uit de vijftiende eeuw. Overigens is de toren gebouwd op fundamenten uit de late elfde eeuw. Rond 1570 werd de zuidvleugel gebouwd was het huidige slot compleet. Boven de ingangspoort van de voorburcht zie je een hardstenen mezekouw. Kasteel Mheer is het enige kasteel in Nederland met een zogenoemde pekneus.