OFFERS VOOR ONZE VRIJHEID
Met dank aan Jan Schrijver en Hans Kroes van de Bond van Wapenbroeders afdeling Midden-Brabant
Deel 1: START bij Heemerf van Heemkundige kring “De Vyer Heertganghen”Het Heemerf van Heemkundige kring “De Vyer Heertganghen”, gelegen aan de Nieuwe Rielseweg 41-43 te Goirle, is het startpunt van de fietstocht ”Offers voor onze vrijheid”. In het hoofdgebouw bevindt zich een museum, waarvan een deel verhaalt over de oorlogsjaren in Goirle. In het museum trekken twee gebeurtenissen speciale aandacht. Het gaat hierbij om de fusillade in de bossen van Gorp en Roovert en de deportatie van de Joodse familie Dasché. Het zwaarste oorlogsgeweld met de meeste burgerslachtoffers vond plaats in de oktoberdagen van 1944, voorafgaand aan de bevrijding op 27 oktober.
De Gijzelaars
Het landgoed Gorp en Roovert biedt plaats aan een bijzonder monument. Verscholen in het bos bevinden zich op een afgesloten perceeltje een eenvoudige gedenksteen, twee graven en vijf palen. Enkele originele palen staan in dit museum.
De familie Dasché
Dit Joodse gezin vluchtte in 1939 vanuit Wenen naar Nederland. Via Den
Haag en Oisterwijk kwamen ze in juli 1941 in Goirle op het adres Akkerstraat
33 (nu Emmastraat 35). Op 28 augustus 1942 werd het gezin op transport gezet naar Westerbork. Begin oktober volgde de deportatie naar Auschwitz waar vrouw en kinderen meteen om het leven werden gebracht. De vader stierf een jaar later in het werkkamp Schoppinitz.
Verder wordt in het museum aan- dacht besteed aan het begeleiden van ontsnapte Franse krijgsgevangenen, vluchtende Joden en neer- gestorte geallieerde piloten over de grens. Het dagelijkse leven in Goirle tijdens de oorlogsjaren wordt belicht en de Goirlese slachtoffers zijn te zien op een tableau.
Fietsroute, 0 - 0,9 km:
•
Vanaf het Heemerf gaat u linksaf en op het einde van het fietspad rechtsaf naar het Van Hogendorpplein.
• Volg deze weg die overgaat in de Nieuwkerksedijk.
•
Stop na de kruising met de Spoorbaan en de Parallelweg. (Rechts van de weg ziet u Santegoets Transport)
Deel 2: Kruising Nieuwkerksedijk/Spoorbaan/Parallelweg
In de vroege ochtend van 26 oktober 1944, daags voor de bevrijding van Goirle, gingen twee pelotons van het 2e Royal Kings Rifle Corps vanaf de Poppelseweg op verkenning richting Goirle. Een van de twee pelotons, onder leiding van commandant John Lowther, nam de weg in de richting van de Zandschelstraat. Ergens op deze weg zijn ze een zandweg ingeslagen die leidde naar een fabriek, waarschijnlijk het voormalige De Wijs. Daar werden ze van nabij onder vuur genomen waardoor de commandant aan zijn been werd gewond. Hij sprong voor zijn veiligheid in een sloot en trapte daar- bij op een Schuhmine. Sergeant Birch schoot zijn commandant te hulp, maar werd zelf dodelijk getroffen door vijandelijk mitrailleurvuur. Ook enkele anderen raakten gewond. Door snel een rookgordijn te leggen konden de gewonden worden afgevoerd. Alleen Sergeant Birch bleef dood achter.
Zijn noodgraf heeft hier in de directe omgeving, op de hoek Nieuwkerk- sedijk/Spoorbaan gelegen. Op het moment, dat een groep meisjes uit het Wilteind het graf van sergeant Birch met bloemen en linten versierden, pas- seerde Frits van Puijenbroek. Hij haalde fotograaf Jan van Boxtel er bij om een foto te maken. Deze foto werd later opgestuurd naar de ouders van Sergeant Birch. Na de bevrijding is hij herbegraven op het War Cemetery in Bergen op Zoom.
Het noodgraf van Sergeant Birch op de hoek Nieuwkerksedijk/ Spoorbaan.
Fietsroute, 0,9 – 4,9 km:
•
Vervolg de Nieuwkerksedijk en steek na het benzinestation aan de rechter zijde de Tijvoortsebaan over.
• In de bocht rechtsaf slaan (tussen benzinestation en manege door).
• Steek bij de verkeerslichten de Turnhoutsebaan over en vervolg de
Nieuwkerksdijk.
•
Honderd meter na huisnummer 22 (links van de weg) het schelpen- pad aan de rechterzijde van de weg volgen.
•
Ca. 200 meter voorbij de eerste open terreinstrook ziet u direct rechts van het fietspad een krater. Dit is het gevolg van een inslag van een V-1.
•
Na het schelpenpad de weg vervolgen en bij het kruispunt (zandwegen) rechts af naar ‘Klooster Nieuwkerk’.
• Stop bij het Klooster (links van de weg).
Deel 3: Nieuwkerk
Op het landgoed Nieuwkerk zijn enkele V-1’s en bommen gevallen. Ongeveer
500 meter in westelijke richting ligt in de bossen het ven ‘De Halve Maan’.
diepe kuil in de grond, maar maakte geen slachtoffers. Kleine stukjes metaal en karton lagen in de omgeving verspreid. Ook werden enkele exemplaren van het propagandatijdschrift ‘Signal’ aangetroffen. De verdere schade bleef beperkt tot gebroken ruiten in de omgeving en ontwortelde dennenbomen. De V-1 werd vanuit Twente afgevuurd op de stad Antwerpen. Goirle bevond zich precies in die lijn. Niet iedere V-1 haalde zijn doel en viel al eerder naar beneden, zo ook boven Goirle. Zodra de Goirlenaren het gebrom van de V-1 hoorden, scheen het schietgebedje “Ach lief Vrouwke, gift ‘m nog een dauwke’, regelmatig hoorbaar te zijn geweest. Ook op andere plaatsen in Goirle vielen V-1’s en richtten deze veel schade aan.
Het klooster op Nieuwkerk werd bewoond door de paters Missionarissen van de H. Familie. Dit klooster was in de oorlogsjaren een toevluchtsoord voor mensen die in nood verkeerden. Hoewel het klooster direct aan de Belgische grens ligt, was het geen vast onderdeel van een bestaande ontsnappingslijn. Vooral ontsnapte Franse krijgsgevangen vonden in het klooster en de daarbij behorende boerderij een tijdelijk onderkomen. Zij vonden het klooster op goed geluk of aan de hand van een situatieschets. In de spreekkamer kregen zij van de paters verdere uitleg over de route. Hier moesten zij de getekende route uit hun hoofd leren omdat de paters geen risico wilden lopen. De telefoondraden naar België volgend gingen zij bij het gehucht Aerle over de grens. Tijdens de weken van de beschietingen, die in oktober 1944 voorafgingen aan de bevrijding, liep het klooster zware schade op.
Beschadigd dak klooster.
Fietsroute, 4,9 – 5,4 km:
• Rij terug naar het kruispunt Nieuwkerksedijk met de 3 zandwegen.
Ga nu rechtdoor over het zandpad.
• Na ca. 500 meter ziet u rechts en links van de weg een huis/
boerderij. Stop hier.
Deel 4: Dennenoord/Witte Huis.
Omdat Goirle aan de grens met België ligt, was Goirle één van de plaatsen waar neergestorte piloten, ontsnapte krijgsgevangen, Joden e.d. de grens illegaal moesten passeren. Via België en Frankrijk probeerden zij dan het neutrale Spanje te bereiken. Hiervoor waren diverse escapelijnen opgezet, maar er klopten ook neergestorte vliegers aan bij de Goirlese burgers. Zo trof mevrouw Van Bijsterveld op een avond in 1943, terwijl zij de was ophing bij hun boerderij aan de Poppelseweg, een Engelse piloot aan. Leden van het zangkoor van Maria Boodschap troffen tijdens een repetitie een Engelse piloot aan op het koor van de kerk.
In Dennenoord woonde tijdens de oorlog de familie Sewuster. Zij hadden ook joodse onderduikers. Het tegenoverliggende ‘Witte Huis’ ligt enkele meters over de Belgische grens. Dit huis was een belangrijke schakel in de escapelijn. Hier werden de piloten overgedragen aan de Belgische ‘Witte Brigade’. Veel ontsnapte Franse krijgsgevangenen of neergestorte piloten kwamen via het station in Tilburg aan bij het café van Harrie Smits aan de Tilburgseweg (nu café D’n Brands). Met de fiets ging men daarna naar Nieuwkerk. Maria Smits fungeerde dan als ‘voorrijdster’. Als Maria stopte, haar hoofddoek afdeed en opnieuw opknoopte, dan gaf zij het teken dat het veilig was. De Goirlese politieman Van Broekhoven bracht ook piloten naar de grens. Dat ging als volgt: Van Broekhoven stond met zijn fiets op enige afstand van het gemeentehuis te wachten. Een zekere Horman kwam met enkele piloten, die een fiets bij zich hadden, bij het gemeentehuis. Hier ging hij naar binnen en de piloten wisten dat zij de politieman moesten volgen. Via de Bergstraat en de Poppelseweg volgden zij Van Broekhoven. Als hij zijn fiets tegen een boom zette, was dit het afgesproken teken en wisten de piloten dat zij het eerstvolgende pad rechts in moesten gaan. Dit pad leidde naar de villa van gravin Jamblinne de Meux, die een actieve rol speelde in de escapelijn. Als de piloten de dreef waren ingegaan, fietste Van Broekhoven verder richting Poppel. Bij de eerstvolgende zijweg sloeg hij dan rechtsaf en kwam zo ook uit bij de villa van de gravin. Vandaar uit bracht hij de piloten verder de grens over. Een deel van deze escapelijn in Baarle- Nassau is later door verraad opgerold.
Fietsroute, 5,4 – 6,5 km:
• Rij door tot aan de Turnhoutsebaan en steek deze voorzichtig over.
•
Ga op het fietspad naar links en stop na ca. 10 meter op de hoek met de zandweg naar rechts.
Deel 5: Café Rust en Lust, voormalig Hotel de Golf en het witte vlag incident
Op ca. 500 meter in de richting van Goirle, staat het vroegere café Rust en Lust waar destijds Fons en Kee van Iersel woonden. Hun café/boerderij was ook een toevluchtsoord voor personen die de grens over moesten. Regelmatig stopte bij het café de bestelwagen van “Paula” die beschuiten kwam afleveren. Tussen de beschuiten zaten de vluchtelingen verborgen. Omdat Fons een vergunning had om in de bossen van Nieuwkerk te fretteren (jagen met gebruik van fretten), kon hij achteloos, met de fret in een kistje op zijn rug, de vluchtelingen de grens over brengen.
Vanaf de Turnhoutsebaan gezien, ongeveer 700 meter achter café Rust en Lust, stond destijds in de bosrand Hotel De Golf. Dit hotel werd beheerd door de familie Franken. Het hotel werd tijdens de oorlog gevorderd voor diverse doeleinden, zoals de huisvesting van de Marechaussee brigade Goirle. Diverse joodse families vonden in het hotel onderdak. De familie Franken maakte zich ook verdienstelijk door voedselpakketten te maken voor Belgische krijgsgevangenen.
Hotel De Golf
Een paar honderd meter achter het hotel ligt de voormalige grafkelder van Graaf van Hogendorp. Deze grafkelder is ook gebruikt om een Joodse familie te verbergen. Het Joods echtpaar Hupka uit Amsterdam zou voor
1.500 gulden p.p. door een gids over de grens worden gebracht. Deze gids was een oplichter en hij liet het echtpaar in de bossen achter. Daar werden ze gevonden door de marechaussee, die hen onderbracht bij de familie Sewuster in Dennenoord. Toen het te gevaarlijk werd, moesten zij onderduiken in de grafkelder. Een paar keer per dag bracht Miet Sewuster hen hun ‘natje en droogje’. Door het lange verblijf in de sombere grafkelder, door de beklemmende stilte en de dodelijke verveling, raakten zij in een diepe depressie en wilden zij zelfmoord plegen. Wachtmeester Van Kasbergen wist hen hiervan te weerhouden en hij zorgde ervoor dat zij weer terug kwamen in Amsterdam. Anderhalf jaar later zijn zij daar gearresteerd en in april 1944
omgekomen in het concentratiekamp Theresienstadt.
Ter hoogte van De Braecken (nu is er een fruitkwekerij) hadden de Britten in oktober 1944 een vooruitgeschoven post. Tijdens een aflossing dachten de Duitsers dat de Britten op de vlucht sloegen en verhevigden het vuur. Aan beide zijden vielen gewonden. De Britten zwaaiden met een witte vlag om de gewonden te kunnen afvoeren. Toen deed zich een merkwaardig voorval voor. De Duitsers en de Britten staakten het vuren om de gewonden op te halen, ontmoetten elkaar en gaven elkaar de hand.
De Duitsers zeiden tegen hun vijanden: “You are gentlemen”. Maar ze eisten wel hun gewonden kameraden op, inclusief de brancards. Door de overmacht van de Duitsers stonden de Britten hun brancards af en beide partijen gingen terug naar hun stellingen.
Fietsroute, 6,5 – 9,8 km:
•
Ga terug in de richting waar je vandaan komt en volg het fietspad in de richting van Poppel.
•
Ga 100 meter voor de grens (net voor de bebouwing) links af, het zandpad op (bord: Honden aan de lijn).
•
Ga het 4e pad links in (bij wandelpaaltje knooppunt 1, in de richting van knooppunt 2).
• Ga bij het wandelpaadje knooppunt 2, rechts af.
• Na 100 meter is aan de linkerkant van het pad de fusilladeplaats.
Deel 6: Fusillade in de bossen van Gorp en Roovert
Zaterdag 15 augustus 1942: in de vroege ochtend verstoorden geweerschoten de stilte in de bossen van Gorp en Roovert.
Maandag 17 augustus 1942: in de landelijke ochtendbladen plaatste de Höhere SS und Polizeiführer Nord West deze bekendmaking: “aangezien ondanks de uiterst dringende uitnoodiging van den Wehrmachtsbefehlhaber
- General der Flieger Christiansen - de daders van den springstofaanslag in Rotterdam te laf zijn geweest om zich aan te melden, zijn de volgende gijzelaars aangepakt en hedenmorgen doodgeschoten:
1) Ruis, Willem, directeur-generaal, Rotterdam
2) Graaf E.O.G. van Limburg Stirum, Arnhem
3) Mr. Baelde, Robert, Rotterdam
4) Bennekers, Cristoffel, vroeger hoofdinspecteur van politie, Rotterdam
5) Baron Alexander Schimmelpennink van der Oye, Noordgouwe, Zeeland.” De ‘Polizeiführer’ nam niet eens de moeite om de namen van de slachtoffers correct te vermelden! Evenmin noemde hij de plaats van de executie. Niemand kon immers iets hebben gehoord of gezien. Een misrekening.
Marinus van Heerebeek, jachtopziener en onbezoldigd rijksveldwachter in dienst van de firma van Puijenbroek, hoorde in de vroege ochtend van deze
15e augustus de geweerschoten. Hij ging op onderzoek uit en constateerde de aanwezigheid van een groot aantal Duitse soldaten. In de buurt van de geheime benzine-opslagplaats van de firma van Puijenbroek waren zij met schoppen en houwelen aan het werk. Vijf houten palen stonden rechtop in
de grond. De directe omgeving werd streng bewaakt. Maar via een omweg lukte het Van Heerebeek de plaats van de andere kant te benaderen. Hij zag nog juist, dat de Duitsers vertrokken. De palen waren verdwenen. De benzine-opslagplaats was onaangeroerd. Een stuk grond was omgewoeld geweest en weer met dennennaalden en mos afgedekt. Enkele dagen later las hij in de krant, dat er vijf gijzelaars uit St. Michielsgestel waren geëxecuteerd. Dit combineerde hij met zijn waarneming in de vroege ochtend van de 15e augustus.
De ontdekking
Hij besprak de situatie met zijn werkgever E. van Puijenbroek en diens bedrijfsleider J.A.H. van Erven. Precies een week later onderzocht het drietal de bewuste plek: “op 23 augustus 1942 hebben wij ter plaatse gegraven en ontdekten wij, dat daar verschillende mijnhoutpalen in den grond lagen en ook dat er een lijk begraven lag. Wij hebben toen nog enkele stukjes kleeding van dat lijk medegenomen. Deze stukjes zijn later zoekgeraakt. Wij durfden echter niet verder te graven en hebben daarom den kuil weer dicht gemaakt.” De drie mannen spraken af gedurende de oorlogsperiode met niemand hierover te praten.
De bevrijding
Ná de bevrijding van Goirle op 27 oktober 1944 deed de heer F.W.C. Smulders, die later op de hoogte is gebracht, aangifte bij de autoriteiten. Op dinsdag 5 juni 1945 hebben Van Heerebeek en Smulders met enkele manschappen van de Field Security ter plaatse gegraven. Toen zij ontdekten dat er minstens één lijk begraven lag, hebben ze de kuil weer dicht gemaakt. Vervolgens werd de burgemeester van Goirle ingelicht, die daarna de Officier van Justitie en de Commissaris van de Koningin op de hoogte bracht.
Op 9 juni 1945 -7 maanden na de bevrijding van Goirle- wordt de kuil opnieuw geopend en blijkt het een massagraf te zijn.
“vijf lijken werden gevonden, geheel door elkaar liggend: de ene dode met het
gezicht in het zand; de andere achterover; weer een ander geheel in elkaar gedoken, alsof ze er zoo maar ingesmeten waren. De palen, die dienst hadden gedaan bij de executie en die door kogels doorboord waren, waren over de lijken heen gelegd, vermoedelijk om het zakken van den grond te voorkomen”. Na identificatie bleek dat het de lichamen waren van:
Mr. Robert Baelde, geb. 22 juli 1907, maatschappelijk werker, woonachtig
te Rotterdam en sedert 4 mei 1942 in gijzeling te St. Michielsgestel,
Willem Ruys, geb. 25 augustus 1894, directeur Rotterdamsche Loyd, woonachtig te Rotterdam en sedert 13 juli 1942 in gijzeling te Haaren,
Otto Ernst Gelder, Graaf van Limburg Stirum, geb. 13 april 1893, substituut officier van justitie te Arnhem, woonachtig te Velp en sedert 4 mei 1942 in gijzeling te St. Michielsgestel,
Christoffel Bennekers, geb. 28 mei 1894, hoofdinspecteur van politie in Rotterdam, woonachtig te Rotterdam en sedert 13 juli 1942 in gijzeling te Haaren,
Alexander, baron Schimmelpenninck van der Oije, geb. 21 december 1913, landeigenaar, woonachtig te Schuddebeurs en sedert 14 augustus 1942 in gijzeling te St. Michielsgestel.
Zij waren vermoord, als represaille voor de daden van een communistische sabotagegroep in Rotterdam op 7 augustus 1942. Deze groep had een trein met Duitse verlofgangers willen opblazen. Dit mislukte echter omdat een deel van de explosieven voortijdig ontploften. Het was de eerste keer, dat de Duitsers als represaillemaatregel gijzelaars fusilleerden.
Monument
Op 15 augustus 1945 vond in de bossen van Roovert rondom de plek, waar drie jaar eerder vijf onschuldige mensen werden vermoord, een indrukwekkende plechtigheid plaats. Naast de vijf palen werd een eenvoudig monument opgericht. Aan de achterzijde van het afgebakende terrein zijn de graven van Graaf van Limburg Stirum en Baron Schimmelpenninck van de Oije. Ieder jaar worden hier op 15 augustus de vijf gefusilleerde gijzelaars herdacht. Het huidige monument werd in 1950 onthuld, de vijf executiepalen zijn overgebracht naar het museum van de Heemkundige Kring in Goirle.
Wij hopen, dat de laatste woorden van baron Alexander Schimmelpenninck van der Oije de waarde krijgen, die hij ermee bedoelde:
“Ik hoop en vertrouw, dat mijn dood nog vrucht mag afwerpen voor de zaak
van ons vaderland. Dat is een rechtvaardige zaak en daarvoor ben ik bereid te sterven”.
De 5 gefusileerden.
V.l.n.r. Robert Baelde, Otto E.G. Graaf van Limburg Stirum, Willem Ruys, Christoffel Bennekers en Alexander Schimmelpenninck van der Oye.
Fietsroute, 9,8 – 14 km:
• Vervolg het zandpad en ga bij de T-splitsing links af.
• Neem bij de 5-sprong het 2e pad naar rechts.
• Ga bij de kruising links af (richting fietsknooppunt 76).
• Bij driesprong rechtdoor (richting fietsknooppunt 38)
•
Bij wandelknooppunt 93 (paaltje aan de linkerzijde van de weg), rechtdoor in de richting van wandelknooppunt 94.
• (Bij regenachtig weer kunnen er plassen water staan.
• Bij droog weer is het laatste deel van ca. 300 meter moeilijk te fietsen).
• U komt op de verharde weg bij Breehees. Volg deze weg.
• Neem de 1ste weg naar links (richting fietsknooppunt 36)
• Stop bij huisnummer 6 (ingang Breehees Speeltuin).
Deel 7: Vliegtuigcrash op Breehees
In de nacht van 24 op 25 mei 1944 voerden in totaal 637 bommenwerpers een aanval uit op de Duitse stad Aken. Deze bommenwerpers werden voorafgegaan door lichtere toestellen, de zogenaamde ‘Pathfinders’, die de doelen met lichtfakkels markeerden. Om 23.17 uur vlogen de eerste toestellen over Tilburg en omgeving. Eén van deze toestellen, een AVRO Lancaster van het 405 Squadron Royal Canadian Air Force, was bemand met een aantal zeer ervaren Canadezen. Op de heenweg kregen zij het aan de stok met een Duitse nachtjager, die ze nog van zich af konden schudden. Op de terugweg hadden zij minder geluk. Frederick Charles ‘Gus’ Davies, was één van die bemanningsleden en vertelde later:
“We lieten onze bommen vallen en gingen op weg naar huis. Een Duits toestel was ook op weg naar huis. Bij het passeren gaf hij ons een lang salvo. Hij blies onze linker binnenmotor op en dat was het einde van onze race. Wij wisten dat het vliegtuig niet langer meer zou vliegen. Gordie zei tegen ons dat we er uit moesten springen. In de opwinding greep
één bemanningslid per ongeluk zijn D-ring en zijn parachute ging in het vliegtuig open. Gordie bleef doorvliegen en wachtte, terwijl ik de man hielp zijn parachute weer
in te pakken. Toen sprongen we”. AVRO Lancaster
Met een geweldige klap stortte het toestel neer op Breehees, vlak voor de boerderij van de kinderen van Raak. Ooggetuige G.Lemmens:
“Om ongeveer 02.00 uur die nacht werd ik wakker van een vreselijk gejank, gevolgd door een harde knal. Buiten zag ik een enorme vuurzee in het land, ongeveer 100 meter voor het huis van mijn buurman. Vrij snel waren de Duitsers ter plaatse. Ze zochten overal, maar vonden niemand. Bij daglicht zagen we overal brokstukken liggen en vijf grote kraters waar de motoren waren ingeslagen. De brokstukken zijn door de Duitsers weggehaald, maar de motoren hebben ze in de grond laten zitten”.
De bemanning
De bemanning van dit vliegtuig bestond uit 8 koppen. Zij waren al bijna een jaar als bemanning bij elkaar en met meer dan 40 bombardementsvluchten zeer ervaren.
De gezagvoerder was Gordon Bennett. Hij wachtte tot de gehele bemanning was gesprongen. Hij werd later dood gevonden op de Bakertand. Zijn parachute was niet geopend en hij had een hoofdwond. Hij werd eerst in Goirle begraven en in 1946 herbegraven op het Militair Canadees kerkhof in Bergen op Zoom.
Jack Rees trok per ongeluk zijn parachute in het toestel open. Met behulp van Fred Davies lukte het hem om veilig te landen op een bouwland in de omgeving van Hilvarenbeek.
De 21 jarige Eli ‘Bill’ Baker was navigator en landde na zijn sprong veilig. Samen met Willard Joel (19 jaar), Jack Rees en Fred Davies ontsnapten zij via de ondergrondse naar België. Daar werden zij gearresteerd en als krijgsgevangenen naar Duitsland afgevoerd.
S.A. Walker was op het laatste moment aan de bemanning toegevoegd. Hij viel direct in Duitse handen en belandde ook in krijgsgevangenschap.
Fred Davies heeft na zijn arrestatie een verschrikkelijke tocht gemaakt langs diverse krijgsgevangenkampen. Begin 1945 moest hij meelopen in de zogenaamde ‘dodenmars’ om de naderende Russen voor te blijven. Per
dag werd onder barre omstandigheden 30 kilometer te voet afgelegd. Op
27 april 1945 werd hij bevrijd en via Parijs kwam hij weer terug in Engeland. James Frame kon uit handen van de Duitsers blijven en met de hulp van diverse verzetsmensen kwam hij in Eindhoven terecht. Hier verbleef hij tot aan de bevrijding in september van dat jaar.
Van bemanninslid Alma Rodgers is niets bekend.
Deel bemanning Lancaster v.l.n.r. W. Joel, G. Bennet, A. Rodgers en F. Davies.
Fietsroute, 14 – 15,3 km:
• Ga verder op deze verharde weg.
• Einde van de weg (bij de voorrangsweg), rechts af. (Poppelseweg)
• Stop bij het bruggetje over de Poppelsche Ley.
Deel 8: De strijd bij de Vonderse brug aan de Poppelseweg
Al voor de Duitse invasie in 1940, werden langs de Poppelseweg stellingen betrokken, zoals versperringen, mitrailleursnesten e.d. om Goirle en Zuid Nederland te beschermen. In oktober 1944 was deze weg voor de geallieerden van groot belang om Goirle en Zuid-Nederland binnen te trekken.
Mitrailleursnest Poppelseweg
Twee dagen voor dat Turnhout werd bevrijd, kwam op 22 september
1944 de Duitse 245ste divisie van generaal Sanders in Goirle aan. Op 3 oktober lag de Britse 49ste divisie in Ravels en Weelde. Op diezelfde dag werden de Duitse linies in Goirle
versterkt en in de kerktoren
van St. Jan werd een observatiepost ingericht. Op 5 oktober deden de Britten vanuit Poppel een poging om Goirle te bereiken. Ondanks de felle gevechten op de Poppelseweg bereikten zij rond 13.00 uur de brug over de Leij bij de Hoge Vonder. Cees van Bijsterveldt maakte het van nabij mee:
“Wij zaten in de schuilkelder. Onze oudste zoon moest even weg, maar kwam onmiddellijk terug omdat het buiten kogels begon te regenen. Op dat moment kwamen enkele kleine Engelse tanks uit de richting van de grens. Het huis aan de overzijde van de weg stond in brand. Ook ons huis liep veel schade op. Het gevecht verplaatste zich geleidelijk in de richting van de Hoge Vonder”.
De Britten hadden inmiddels de brug bij de Hoge Vonder onbeschadigd
aangetroffen en Goirle leek binnen bereik te liggen. Maar de Duitse generaal Sanders stuurde versterkingen naar de bedreigde sector. De twee tanks die de brug waren overgestoken, werden onder vuur genomen en uitgeschakeld. Cees van Bijsterveldt:
“Juist over de brug hebben wij de tanks nog zien staan. De gesneuvelde bemanning lag er nog bij, bedekt met dekens”.
Zonder flankdekking bevonden de Britten zich in een kritieke positie. Toen bovendien het korpsplan werd gewijzigd, besloten zij bij het invallen van de duisternis terug te trekken tot het gebied bij de Nieuwkerksebaan. De kans op een snelle bevrijding van Goirle was verkeken.
Omdat de Duitsers begrepen dat de Poppelseweg een belangrijke route was voor de geallieerden, werden de troepen in Goirle versterkt met de Kampfgruppe Chill, een ervaren en goed uitgeruste eenheid. Vanaf Abcoven werden de Britse troepen door de Duitse artillerie voortdurend onder vuur genomen. In de morgen van 6 oktober 1944 zetten de troepen van Chill de tegenaanval in en in de omgeving van De Braacken (nu de fruitkwekerij) werd hevig gevochten.
Enkele dagen later besloten de geallieerden om de prioriteit te verleggen en zich meer te richten op de bevrijding van de Westerschelde in Zeeland. Hierdoor zou de haven van Antwerpen vrij bereikt kunnen worden. Door deze nieuwe plannen werd de 49ste Britse divisie half oktober overgeplaatst naar de omgeving van Zundert.
De gevechten van 5 tot 7 oktober hadden veel slachtoffers geëist. Aan Britse zijde waren 13 personen gesneuveld, 55 raakten gewond en 13 waren vermist. De verliezen aan Duitse zijde zijn niet volledig bekend, maar zeker niet geringer dan het aantal Britse slachtoffers.
Het beschieten van elkaars linies met zwaar artillerievuur ging echter door. De Goirlenaren leefden in schuilkelders en konden slechts tijdens vuurpauzes even naar buiten. Een getuigenverslag:
“Achter in de tuin hadden wij een grote schuilkelder gemaakt. Tijdens de beschietingen woonden wij in die schuilkelder. Soms konden we even snel het
woonhuis in om iets te koken. Mijn schoonvader ging een keer naar de bakker om brood te halen, juist op het moment dat de granaten weer begonnen te vallen. Toen hij zonder brood terugkwam vertelde hij dat hij anderhalf uur lang aan de kant van de straat tegen de grond had gelegen”.
Door deze beschietingen werden vele huizen, fabrieken en dergelijke totaal of gedeeltelijk vernield. Ook vielen er slachtoffers bij de bevolking.
Beschadigde woning aan de Bergstraat
Fietsroute, 15,3 – 16,6 km:
•
Vervolg de Poppelseweg naar Goirle. Bij het kunstwerk van de heuvel met de palen, rechtdoor de Bergstraat in.
• Neem de 2e weg links (Parallelweg), net voor de grote parkeerplaats.
• Stop na ca. 100 meter bij huisnummer 6.
Deel 9: Veel slachtoffers door de beschietingen
Door de aanhoudende beschietingen van de Engelse artillerie op de Duitse stellingen kwamen veel granaten terecht in Goirle. Niets vermoedende burgers werden hiervan het slachtoffer. Op 5 oktober 1944 schreef meester Dirksen in zijn dagboek:
“Reeds zijn de eerste stukken gevallen o.a. een groot gat in de kerktoren en enige min of meer beschadigde woningen. En wat erger is …. de burgerbevolking telt haar eerste doden…. mensen die niets vermoedend slachtoffer werden
van de eerste granaatscherven”.
Op deze tragische dag verloren elf inwoners van Goirle hun leven door granaten. Zij werden allen verrast: Anna van Beek (31 jaar), Cornelis Elissen (37 jaar), Adrianus Gillis (44 jaar), Cornelis van de Pol (24 jaar), Catherina Hendriks-van de Pol (36 jaar) en haar zoontje Wilhelmus (11 maanden). Haar oudste zoon Petrus (7 jaar) werd zwaar gewond en overleed op 24 januari 1945 aan zijn verwondingen.
Eén granaat maakte op deze dag een einde aan het uit vijf personen bestaande gezin van Franciscus van Nuenen. Hun huis aan de Parallelweg op nummer 6 werd getroffen door een granaat waardoor het gehele gezin de dood vond. Dit waren vader Franciscus van Nuenen (36 jaar), moeder Henrica van Nuenen-Putmans (34 jaar) en hun kinderen Wilhelmina (5 jaar), Cornelis (3 jaar) en Marina (4 maanden).
Omgekomen echtpaar
Van Nuenen-Putmans
Twee oudste omge- komen kinderen Van Nuenen-Putmans
De beschietingen duurden voort, soms in hevige mate, en de lijst van slachtoffers groeide: Op 10 ok- tober 1944 overleed Josephus Vekemans (53 jaar). Een dag later stierf Peter van Erven (73 jaar). Op
13 oktober vond Catherina Glock-Otten de dood. Adrianus van Erven (40 jaar) stierf op 20 oktober
1944, net als Anna van Laarhoven-van Boxtel (42 jaar) en haar 6 jarige dochtertje Maria. Op 22 ok- tober 1944 sneuvelde Johannes Couwenberg (33 jaar). Op 25 oktober 1944, twee dagen voor de be- vrijding, stierven Josephina Eijsermans ( 15 jaar), Christina Janssen-Tegelaars (27 jaar) en Henri-
cus Martens (50 jaar). Ten gevolge van de zware
verwondingen, tijdens deze dagen opgelopen, overleden op 2 november
1944 Cornelia van de Pol (10 jaar), op 4 november 1944 Hendrina Aarts- Brok (52 jaar) en Johannes Eijsermans (25 jaar) op 6 december 1944.
De verschrikkelijke beschietingen kostten uiteindelijk aan 25 mensen het leven.
Fietsroute, 16,6 – 17,4 km:
• Ga terug naar de Bergstraat en sla links af, richting centrum van
Goirle.
• In de Bergstraat neem je de weg naar rechts, die tussen Huize Anna
(No. 28) en het verpleeghuis Thebe Elisabeth ligt (St. Annastraatje).
• Einde van deze weg (direct na het bruggetje) links af.
• Stop voor het volgende bruggetje.
Deel 10: Mijnincident achter de kerk
Na de bevrijding, op 30 november 1944, vond een vreselijk ongeluk plaats op enkele honderden meters achter de kerk van St. Jan. Daar lagen, iets voorbij het bruggetje over de Ley en langs de Tramdijk, enkele volkstuintjes. In deze tuintjes was de heer Weijters aan het werk toen hij op een mijn trapte. De Duitsers hadden op veel plaatsen in de velden en bossen mijnen neergelegd om zo de geallieerde troepen tegen te kunnen houden. Tijdens deze werkzaamheden trapte hij op een mijn, die ontplofte. Hierdoor verloor Weijters een voet. Spoedig waren Dr. Daniëls en Kapelaan Denissen aanwezig. In de buurt waren Engelse soldaten en zij werden geroepen om deskundige hulp ten aanzien van de mijnen te geven. Dr. Ansems en Kapelaan Remy waren inmiddels ook gearriveerd. De jonge Kapelaan Denissen was al op weg naar de gewonde Weijters om hem het sacrament van de H. Olie toe te dienen. Helaas trapte de kapelaan ook op een mijn en zijn beide voeten werden afgerukt. Dr. Ansems, die de beide slachtoffers zag liggen, trotseerde het gevaar om te voorkomen dat beiden zouden doodbloeden. Met
de hulp van enkele EHBO’ers en Engelse soldaten slaagde hij er in de slachtoffers van het gevaarlijke terrein te verwijderen. De heer Weijters en Kapelaan Denissen werden naar het Fraterhuis gebracht voor verdere geneeskundige behandeling. Voor Kapelaan Denissen heeft dat niet meer mogen baten. Diezelfde avond is hij overleden. Kapelaan Denissen was geboren in Berkel-Enschot en werd 27 jaren oud. In de vijf maanden dat hij in Goirle werkzaam was, had hij al veel respect verworven. In de wijk Hoogeind is
een straat naar hem genoemd. Kapelaan Denissen
Fietsroute, 17,4 – 17,6 km:
• Ga linksaf over het bruggetje en stop aan de voorzijde van de kerk.
Deel 11: De kerk van St. Jan Onthoofding
In de aanloop naar de bevrijding werd de pastorie bezet door Duitse officie- ren, die gedurende één dag het huis als casino gebruikten. In september
1944 volgden de inkwartieringen elkaar op. Op woensdag 4 oktober vestigde een afdeling van het Rode Kruis zich in de pastorie. De volgende dag sloegen de eerste granaten achter de kerk in. De Duitsers gebruikten de kerktoren als waarnemingspost en daardoor was de toren een doelwit voor de Engelse artillerie. De meeste gebrandschilderde ramen sneuvelden en enkele grana- ten troffen de torenspits. Hierdoor kwam deze schuin te staan. De Goirlese bevolking leefde in de schuilkelders en zo ook in de kelder van de pastorie. Hier woonden 30 mensen en er werden 2 baby’s in de schuilkelder geboren. De toren en de kerk bleven onder geallieerd vuur liggen. Bij de bevrijding op
27 oktober telde de kerk tien treffers en de toren vijfenvijftig treffers. Mede door de harde wind viel de toren-
spits op maandag 30 oktober met donderend geraas op het midden- schip van de kerk. Het duurde twee weken voordat het dak van de kerk weer dicht was. In de jaren na de bevrijding werd eerst de kerk hersteld. In 1953 werd pas begonnen met het herstel van de toren en op 23 december van dat jaar werd de haan op de nieuwe torenspits geplaatst.
Tegen de muur van de kerktoren is een monument geplaatst ter herdenking van de Goirlese oorlogsslacht- offers. Aan de ene zijde van het kruis worden de gesneuvelde Goirlese militairen herdacht, met de tekst: “Bid voor de zielen van A.A.J.C. Mallens,
Getroffen torenspits van de kerk van St. Jan.
F.P.H. Vekemans, A.C. Versteden, J. van der Wal gevallen in de strijd voor het vaderland.
Het betreft hier:
Adrianus Mallens, die diende bij het Grens Bataljon jagers aan de grens tussen Goirle en Poppel. Na de invasie op 10 mei is hij, met enkele anderen grenswachten via België naar Duinkerken gevlucht. Met de hete adem van de Duitsers in hun nek gingen ze aan boord van het schip Pavon dat hen naar Cherbourg zou brengen. Onderweg werd het schip door de Duitsers beschoten en kreeg het een voltreffer. Er vielen 80 doden en 50 gewonden. Adrianus Mallens was één van de gewonden. Toen het
schip op de Franse kust was gezet werden de gewonden overgebracht naar Calais. Daar overleed Adrianus Mallens op 17 mei 1940 op 29 jarige leeftijd. Zijn familie heeft jarenlang naar hem gezocht totdat hij per toeval werd ont- dekt op het kerkhof van Orry-la-Ville, ten noorden van Parijs.
Florentinus Vekemans was lid van een ondergrondse verzetsgroep. Op
3 oktober 1944 werd hij door de leider van deze groep met een opdracht naar de frontlinie, in de omgeving van Nieuwkerk gestuurd. Hij is nooit van deze missie teruggekeerd en zijn lichaam werd pas in augustus 1948 in een sloot op Nieuwkerk gevonden.
Antoon Versteden was ingezet bij de bewakingstroepen van het hulpvlieg- veld Ockenburg bij Den Haag. Op 10 mei 1940 werd het vliegveld aangevallen door vliegtuigen. De Duitsers wilden dit vliegveld in handen hebben omdat vanaf dit vliegveld de Koninklijke familie zou kunnen vertrekken. Bij deze aanvallen werd Versteden zwaar gewond en op 11 mei is hij in een ziekenhuis in Delft aan die verwondingen overleden. Antoon Versteden is begraven op het kerkhof van St. Jan in Goirle, tussen de gesneuvelde geal- lieerde militairen.
Jan van der Wal was Eerste Luitenant en gelegerd achter het Maas-Waal- kanaal ter verdediging van de Heumense brug. Op 10 mei 1940 kwam een groep, die zich voordeed als gedeserteerde militairen over de brug. Zij ont-
popten zich daarna als een overvalcommando. Een groep Nederlandse mi- litairen probeerde vanuit een kuil met een mitrailleur de Duitsers tegen te houden. Daarbij werd van der Wal dodelijk geraakt.
Aan de andere zijde van het kruis worden de gevallen burgers herdacht met de tekst: “En van al degene die door het wreed oorlogsgeweld of in concen- tratiekampen het leven lieten. Deze waren 42 in getal”.
N.B.:
Aan de overzijde van de weg, onder de 5 bogen van het voormalige gemeen- tehuis, hangt een gedachtenisplaat van de Goirlese militaire slachtoffers die in Nederlands Indië zijn gesneuveld. Dit zijn:
Johannes Jansen, 22 jaar, 8 september 1947 in Tasik op Malaja Petrus Vermeeren, 21 jaar, 27 november 1947 te Parigie Henricus van de Ven, 23 jaar, 6 mei 1949 te Godean
Cornelis Verhoeven, 20 jaar, 6 september 1949 te Porsea.
Daarnaast hebben zij een gedachtenissteen op het kerkhof van St. Jan.
Fietsroute, 17,6 – 18,4 km:
•
Rij verder door de Kerkstraat en ga op het einde van deze straat rechtdoor over de Abcovenseweg.
• Bij de T-splitsing (na ca. 150 meter) rechtdoor het fietspad volgen.
• Stop bij nummer 23 “’t Huufke”
Deel 12: Onderduikadres “’t Huufke”
In de oorlog leefde en werkte hier Jan Brock, een weduwnaar met 6 kin- deren. ‘t Huufke groeide uit tot een echte verzetsboerderij. Het begon als een vriendendienst aan opperwachtmeester Van Broekhoven, die tijdens zijn dienst meerdere keren Franse krijgsgevangenen aantrof. Jan Brock was be- reid deze Fransen een tijdje te herbergen. Het begon met één groepje, maar er volgden meer. Later kwamen daar ook piloten bij die naar België moesten ontsnappen. Ook verzetsmensen van de knokploeg ‘Albrecht’, die voorname- lijk actief waren in de Biesbosch, kregen hier onderdak. Op zeker moment huisde er zelfs een dubbelspion, Joachim Günter Heintz, een 45 jarige Ar- gentijn. Hij fungeerde als Duitse officier van de Luftwaffe met een legitima- tie van een neergeschoten Britse geheime agent. In de aangrenzende schuur werden zelfs Duitse militairen gelegerd. Zo waren er op zeker moment aan de ene zijde van de muur 30 Duitsers en aan de andere kant 3 verzetsmen- sen, 4 onderduikers en een dubbelspion. De onderduikers waren gekleed als boerenknecht, aten mee aan tafel en hielpen mee met het boerenwerk. Enkele weken voor de bevrijding legden de Duitsers een telefoonlijn aan
onder de Abcovenseweg. De berich- ten werden door de zonen Cees en Jaoneke naar het bevrijde Hilva- renbeek gebracht. Op een van deze tochten werd de 16 jarige Cees door een Duitser beschoten, gelukkig
zonder fatale gevolgen.
’t Huufke op Abcoven.
Via Goirle werden veel ontsnapte krijgsgevangen, piloten en andere mensen die moesten vluchten, door- gestuurd naar België om daarna via
Frankrijk het neutrale Spanje en Portugal te bereiken. Goirle was als grens- dorp bij diverse ‘escape-lijnen’ een belangrijke schakel. Veel krijgsgevangen kwamen vanuit Oost Nederland met de trein aan in Tilburg. Hier kwamen zij in contact met personen die hen verder brachten. Zo heeft de Goirlese rijks- veldwachter Van Broekhoven in de periode 1942-1944 zeker 107 personen illegaal de grens overgebracht en overgedragen aan de Belgische verzetsor- ganisatie ‘De Witte Brigade’. Goirlenaar Jan Stabel maakte met A. van Pelt en H. van Gestel deel uit van de lijn Erica (Drenthe - Goirle). Waarschijnlijk door verraad werden zij gearresteerd en via Kamp Vught en de strafgevan- genis in Assen belanden zij in het concentratiekamp Natzweiler. Jan Stabel kwam hier op 27 juni 1943 om het leven.
Enkele plaatsen waar onderduikers en krijgsgevangen verbleven voordat zij over de grens gingen waren: het voormalige klooster van de paters aan de Tilburgseweg en het daarnaast laatste huizenblok aan deze weg voor Tilburg bij de familie Goyarts (vlak voor het viaduct van de A58), Café Smits (nu café D’n Brands) en diverse boerderijen aan de Rielseweg. Ook de geestelijk- heid en vooral Kapelaan Remy droegen hun steentje bij.
Veel Joden probeerden via de buslijn Tilburg - Turnhout in België te komen. Aan de grens werden vaak controles gehouden en hier werd menig maal veel geld overhandigd aan de Duitse controleurs om doorgelaten te worden.
Fietsroute, 18,4 – 19,1 km:
•
Vervolg de Abcovenseweg en sla na het parkje met bokjes en kippen, rechts af (Abcovensedijk).
• Stop voor de brug over de Leij.
Deel 13: Het einde van ‘Huis ter Loo’
Vlak voor de brug heeft links Huis ter Loo gestaan, in de volksmond ‘het Loo’ genoemd. Op 22 april 1944 nemen landbouwer Jan Moonen en zijn vrouw hun intrek op het Loo. Hij was boerenleider van de Landstand, een boerenorganisatie gestoeld op nationalistische idealen. Diezelfde nacht explodeert rond 02.00 uur een Halifax bommenwerper boven Goirle. Hij was op de terugweg van een bombardement op Düsseldorf en werd boven Tilburg aangeschoten door het Duitse afweergeschut. Omdat het vliegtuig in de lucht moet zijn geëxplodeerd, viel het in diverse stukken naar beneden. Het vliegtuig boorde zich in de boerderij terwijl twee motoren, de staart en de propeller elders werden gevonden. De woning en de paardenstal van Moonen brandden geheel uit. De schuur kon door de Goirlese brandweer worden gered. De burgerbevolking hielp niet mee met het bluswerk omdat Moonen boerenleider was bij de Landstand.
De ravage bij ‘Huis ter Loo’ na de crash op 23-4-1944.
Bij het vliegtuigwrak werden vijf lijken van bemanningsleden gevonden. Het lijk van radiotelegrafist Leslie Hanson werd gevonden aan de Hilvarenbeek- seweg. Alleen Sergeant-majoor Morrisey overleefde de crash. Hij werd gevan- gen genomen en met een gebroken onderarm en een gebroken bovenbeen afgevoerd naar een hospitaal in ’s-Hertogenbosch. In eerste instantie werd gedacht dat deze enige overlevende Charley Phygalt heette. Zijn familie werd door burgemeester Van Ginneken op de hoogte gebracht. Pas veel later werd de juiste identiteit van de Canadees bekend n.l. F.D. Morrisey. De ge- sneuvelde bemanningsleden waren de volgende militairen:
•
Piloot Tweede-luitenant Wilfred Vornbrock (24 jaar), die na de oorlog werd herbegraven op het Canadian War Cemetery in Bergen op Zoom.
•
Luitenant Frederick Cannaart (21 jaar), na de oorlog herbegraven op het Canadian War Cemetery in Bergen op Zoom.
•
Navigator Tweede-luitenant John Laird (21 jaar), ook na de oorlog herbegraven in Bergen op Zoom.
•
Schutter Tweede-luitenant John Renning, eveneens herbegraven op hetzelfde kerkhof in Bergen op Zoom.
•
Bommenrichter Sergeant-majoor Leslie Hanson (21 jaar). Hij ligt begraven op het kerkhof van St. Jan in Goirle.
• Boordwerktuigkundige Sergeant Lionel Walters (22 jaar), die ook in
Goirle op het kerkhof van St. Jan is begraven.
In 2002 melde zich een oom van Lionel Walters bij de gemeente Goirle om- dat hij het graf en de plaats van de crash wilden bezoeken. Via de heemkundi- ge kring werden getuigen van de crash gezocht en die waren dan ook bij het bezoek aanwezig. Toen kwam ook de cap van Lionel Walters tevoorschijn, die al die jaren door een Goirlenaar was bewaard. Deze cap werd in het museum van de heemkundige kring tentoongesteld. In oktober 2009 bracht Barry Walters, de zoon van de omgekomen Lionel Walters, voor de eerste keer een bezoek aan het graf van zijn vader. Bij zijn bezoek aan het museum van de heemkundige kring werd hem de cap van zijn vader overhandigd.
Destijds kwam ook het verhaal boven water, dat Lionel Walters niet zijn ech- te naam was, maar de naam van zijn vrouw. Hij was namelijk van Joodse afkomst en heette eigenlijk Lionel Cohen. De Britse luchtmacht vond het beter dat hij een westerse naam zou hebben. In geval van calamiteiten zou- den de Duitsers hem meteen aan zijn naam als jood kunnen herkennen.
Fietsroute, 19,1 – 20,5 km:
•
Rij terug naar de Abcovenseweg en ga links af in de richting van het centrum.
• Ga bij het kruisbeeld rechts af, de Van Haestrechtstraat in.
• Ga de 4e weg links in (Beatrixstraat)
• Rij bij het Oranjeplein rechtdoor de Emmastraat in.
• Stop bij huisnummer 35 (links van de weg).
Deel 14: De Joodse familie Dasché
Op het adres Akkerstraat 33 (nu Em- mastraat 35) woonde sinds 5 juli 1941 het Joodse gezin Dasché. Zij waren af- komstig van Wenen en via Den Haag en Oisterwijk kwamen zij in Goirle terecht. Het gezin bestond uit de ouders Eric en Edith Dasché-Adler, de dochters Valerie
Ruth (Valli) en Elisabeth Charlotte (Lisl) en zoontje Tobias Joachim, die op
1 augustus 1941 hier in de Akkerstraat werd geboren.
Toen burgemeester Van Ginneken op 26 juni 1942 alle Joodse inwoners moest melden, was in feite hun lot al bezegeld. Ondanks zijn gesprekken met de “Grüne Polizei” in Tilburg werden zij op 28 augustus om 16.30 u opgehaald en naar Tilburg gebracht. Diezelfde dag nog werd het gezin op transport gesteld naar Kamp Westerbork. Al twee maanden later, begin oktober, werd de fami- lie weggevoerd naar het ver-
nietigingskamp Auschwitz. De moeder (39 jaren oud) en de drie kinderen zijn vrij snel na hun aankomst (waar- schijnlijk rond 5 oktober) al om het leven gebracht. Vader Dasché overleed op 31 ok- tober 1943, hij was toen 44 jaren oud, in het werkkamp
Schoppinitz. Familie Dasché met enkele buren
In de gevel van het pand Emmastraat 35 is een steen gemetseld ter nage- dachtenis aan de familie Dasché . In 2013 werden op het trottoir voor de wo- ning enkele Stolpersteine aangebracht. Stolpersteine is een project van de Duitse kunstenaar en ondernemer Günter Demnig. Hij brengt gedenktekens aan op het trottoir voor de huizen van mensen die door de nazi’s verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn. Deze Stolperstei- ne (letterlijk ‘struikelstenen’) herinneren onder andere aan Joden, Sinti en Roma zigeuners, politieke gevangenen, homoseksuelen, Jehova’s getuigen en ‘euthanasie’ slachtoffers. De kunstenaar noemt ze Stolpersteine omdat je erover struikelt met je hoofd en je hart, en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen.
In Goirle woonden in de oorlog ook een drietal gemengd gehuwden Joden. Zij werden wel gearresteerd, maar omdat de partner geen Jood was, moch- ten zij uiteindelijk weer naar huis.
Fietsroute, 20,5 – 20,7 km:
•
Rij verder door de Emmastraat en sla op het einde rechts af, de Mo- lenstraat in.
• Stop bij de molen.
Deel 15: Molen “De Visscher” als schuilkelder
Molen ‘de Visscher’ lag achter het schootsveld van de St. Janstoren, waar een Duitse waarnemingspost in zat. De Britten en Canadezen wilden die uitschake- len. Bovendien hadden ze waargenomen dat er mensen in de molen zaten die zij ook aanzagen voor Duitsers. Op 20 oktober 1944 werd er weer volop geschoten. De mensen uit de omgeving van de molen zochten een goed heenkomen in de dikke molenberg, versterkt met zandzakken. Een verslag uit die tijd:
“’s Avonds als de granatenregen komt opzetten, is een moeder met haar acht kinderen nog in haar ei- gen huis, dicht bij de molen. Zes kinderen stuurt ze vast vooruit. Ze is net een kleintje van twee aan het verzorgen, zo gauw mogelijk zal zij volgen. Even la- ter komt ze aanrennen, het kleintje in de ene arm, een meisje van zes in de andere. Juist aan de voet van de molen treft haar een vreselijke scherf, aan de
kant van het zesjarig meisje, die moeder en kind op slag doodt. Het kleintje ligt nog rustig en ongedeerd in moeders armen als de molenaar, die vanuit de molen alles heeft gadegeslagen, te hulp snelt. Arme stakker! Hij draagt het kindje veilig bij de broertjes en zusjes onder de molen …”.
Deze moeder, Anna van Laarhoven-van Boxtel (42 jaar) en haar dochtertje Maria (Ria van 6 jaar) uit de Groeneweg ko-
men om door de geallieerde granaten.
Anna van Laarhoven-van Boxtel.
Fietsroute, 20,7 – 21,3 km:
•
Rij verder via de Muldersweg en de Molenstraat naar de splitsing met de Tilburgseweg.
• Bij restaurant A Casa ga je rechts af, de Tilburgseweg op.
•
Direct na het H. Hartbeeld links af en daarna rechtsaf de Klooster- straat in.
•
Rijdt rechtdoor tussen de paaltjes en voorbij twee gedenktafels aan de linkerzijde.
• Stop na ca. 30 meter voor de ingang van de bibliotheek.
Deel 16: Het fraterhuis, hoofdkwartier, schuilplaats en hospitaal
In het gebouw van de huidige bibliotheek van Goirle woonden vele jaren de fraters. Zij hadden daar een kweekschool (opleiding voor fraters die on- derwijzer werden) en een lagere school. Op 1 oktober 1995 vertrokken de fraters uit Goirle.
In januari 1940 worden de spreekkamers gevorderd voor de staf van het Nederland- se 2e regiment, 3e bataljon wielrijders. De refter wordt gebruikt voor officiersbij- eenkomsten.
Op 13 mei 1940 leggen de Duitsers beslag op de spreekkamers, de slaapzalen van de kwekelingen en de recreatiezaal. Op 25 mei 1941 vertrekken de Duitsers en na een wekenlange poetsbeurt keren de kwekelin- gen weer terug. In juni 1942 wordt voor een korte periode de Deutsche Polizei in- gekwartierd. In mei 1944 staan de Duitsers weer voor de deur, deze keer soldaten die van het Russische front kwamen om uit te
rusten. Eind juli zijn ze weer vertrokken.
Een Duitse schildwacht bij de in- gang van het fraterhuis
Op 16 oktober, als de beschietingen vanuit België aanhouden, worden de in- ternen naar huis gestuurd. Het fraterhuis wordt nu ingericht als EHBO-post. Enkele spreekkamers worden officieel Burgerziekenhuis.
In de verwarmingskelder van het frater- klooster verbleef in de eerste dagen van de beschietingen in oktober 1944 een 35-tal be- woners uit het dorp, waaronder een compleet gezin. Op 16 oktober hadden 56 dorpelingen hun toevlucht gezocht bij de fraters. Dertien van hen waren ‘geheel in de kost’. Op 18 okto- ber worden daar twee kinderen geboren.
De kelder van het fraterhuis, ingericht als schuilkelder.
Na de bevrijding op 27 oktober richten de Engelsen in het fraterhuis een hospitaal in. Er komen 18 doktoren, waarvan 10 chi- rurg zijn. In totaal kent het hospitaal ca.
170 personeelsleden. Om het grote aantal
gewonden te kunnen herbergen wordt de
Thomasschool, die aansluitend achter het fraterhuis ligt, bij het hospitaal gevoegd. Meerdere geallieerde soldaten, die aan het front langs de grote rivieren gewond raken, worden hier verpleegd of overlijden in het fraterhuis. Op het kerkhof van St. Jan liggen een aantal van hen begraven. In april
1945 vertrekken de Engelsen uit het fraterhuis en een maand later start de kweekschool weer.
Fietsroute, 21,3 – 21,6 km:
• Ga terug door de Kloosterstraat in de richting van het H. Hartbeeld.
• Ga bij het Chinees restaurant rechts af, de St. Jansstraat in.
• Stop bij de ingang van het kerkhof.
Deel 17: Commonwealth War Graves op Kerkhof St. Jan
Op het kerkhof van St. Jan is een deel van het kerkhof ingericht als Com- monwealth War Cemetery. Ga direct na de ingang rechts af en volg dit pad. Na de bocht liggen aan de rechterzijde de graven van 27 gesneuvelde ge- allieerde militairen en van de Goirlese soldaat Antoon Versteden. Met een onderbreking van enkele jaren organiseert de Afdeling Midden-Brabant van de Bond van Wapenbroeders vanaf 2003 jaarlijks een herdenking bij deze graven. Deze herdenking vindt plaats op 27 oktober (de dag dat Goirle werd bevrijd) of op een dag daar vlak aan voorafgaand. Sinds 2010 hebben de leerlingen van groep 8 van BS De Bron het monument en de graven geadopteerd. Dit houdt in dat zij, voorafgaand aan de herdenking, een les krijgen over de gebeurtenissen rondom de bevrijding van Goirle in oktober 1944. Tevens wordt uitvoerig gesproken over de hedendaagse vrijheid en de beleving daarvan door de schooljeugd. Zij maken ieder een gedicht over de vrijheid en 3 van deze gedichten worden door de leerlingen tijdens de her- denkingsplechtigheid voorgedragen. Ook maken de kinderen enkele dagen voor de herdenking de graven schoon.
Monument en graven op kerkhof St. Jan
Op dit kerkhof liggen voornamelijk de in Goirle gesneuvelde militairen begraven. Sommigen van hen stortte neer met hun vliegtuig. Anderen liepen zware verwondingen op aan het front in Noord-Oost-Brabant en overleden na de bevrijding van Goirle in het militaire hospitaal, dat was ingericht in het klooster van de Fraters.
Op de eerste rij liggen van links naar rechts:
Leslie Hanson (21 jaar), Brit, Flight sergeant, overleden op 23-4-1944 (neergestort op Abcoven)
Antoon Versteden (20 jaar), Nederlander, overleden op 11 -5-1940 in Delft Lionel Walters (22 jaar), Brit, Sergeant, overleden op 23-4-1944 (neerge- stort op Abcoven) Omdat Lionel Walters een Jood is, wordt op zijn grafsteen een steentje gelegd in plaats van bloemen. Dit is een oude Joodse gewoonte. James Horrocks (19 jaar), Brit, Sergeant, overleden op 25-5-1944 (neerge- stort bij Riels Hoefke)
Malcolm H. Graydon (23 jaar) Australiër, Flight sergeant, overleden op 25-5-
1944 (idem)
Roy E.D. Robinson (19 jaar), Brit, Sergeant, overleden op 25-5-1944 (idem) Kenneth H. Allaker (22 jaar), Brit, Sergeant, overleden op 25-5-1944 (idem) Peter Wade (23 jaar), Australiër, Flight sergeant, overleden op 25-5-1944 (idem) Stanley Patterson (21 jaar), Brit, Sergeant, overleden op 25-5-1944 (idem)
Op de 2e rij van links naar rechts:
Eithne Swanton (28 jaar), Brit, Corporal, overleden op 21-11-1944 (Over- leden in het hospitaal van de Fraters na een auto-ongeval). Zij is de enige vrouwelijke militair die hier ligt begraven.
Graham C. Cridland (19 jaar), Brit, overleden op 23-11-1944 (Hij meldde zich als vrijwilliger om achter de kerk van St. Jan een vrouw te waarschu- wen voor mijnen. Op de terugweg maakte hij mijnen onklaar, maar verloor beide benen toen hij op een mijn trapte. Hij overleed in het hospitaal bij de Fraters.)
Henry G. Hardman (23 jaar), Brit, Private, overleden op 1-12-1944. (Om- standigheden onbekend.)
Albert J. Robson (22 jaar, Brit, overleden op 4-1-1945. (Omstandigheden onbekend)
Wiktor Tatarczyk (21 jaar), Pool, Soldaat, overleden op 30-12-1944. (Ern- stig gewond bij gevechten aan de Maas, Kapelsche Veer. Overleden in het hospitaal van de Fraters)
Stanislaw Gomulka (27 jaar), Pool, overleden op 6-1-1945. (Idem)
Peter Baker (19 jaar), Brit, Corporal, overleden op 5 -10-1944 (Gesneuveld bij gevechten bij de Vonderse brug aan de Poppelseweg.)
George H. Hancock (19 jaar), Brit, Private, overleden op 5-10-1944 (idem)
Op de 3e rij van links naar rechts:
John Gannon (20 jaar), Brit, Driver, overleden op 7-2-1945. (Omstandighe- den onbekend)
Wladyslaw Topko (24 jaar), Pool, Soldaat 1e klasse, overleden op 12-2-1945. (Ernstig gewond bij gevechten aan de Maas, Kapelsche Veer. Overleden in het hospitaal van de Fraters)
Donald Hooker (30 jaar), Brit, Driver, overleden op 19-2-1945. (Omstandig- heden onbekend)
Robert Ch. Buckley (25 jaar), Brit, Soldaat, overleden op 23-2-1945 (Reed met zijn vrachtwagen over een mijn)
Kenneth L.Ratcliff (22 jaar), Brit, Marine, overleden op 5-2-1945. (Omstan- digheden onbekend)
Kenneth A. Strauch (22 jaar) Brit, Bombardier, overleden op 15-3-1945. (Omstandigheden onbekend)
Zigmund Sosnowski (21 jaar), Pool, Soldaat, overleden op 31-12-1945. (Ernstig gewond bij gevechten aan de Maas, Kapelsche Veer. Overleden in het hospitaal van de Fraters)
John E. Goodwin (26 jaar), Brit, overleden op 6-10-1944 (Gesneuveld in de bossen van Gorp en Rovert.)
Albert Ch.Jeeves (32 jaar), Brit, Private, overleden op 26-3-1945. (Omstan- digheden onbekend)
William A. Byrd (24 jaar), Brit, Sergeant, overleden op30-3-1945. (Omstan- digheden onbekend)
John Th Sharman (38 jaar), Brit, Sergeant, overleden op 1-4-1945. (Om- standigheden onbekend). Op haar eigen verzoek is op 27-6-2001 een urn met de as van de weduwe van John Sharman bijgezet in het graf van haar gesneuvelde echtgenoot.
Jaarlijks wordt door de burgemeester van Goirle, tijdens de Dodenherden- king op 4 mei een krans gelegd bij het oorlogsmonument (1939-1945) op het kerkhof van St. Jan. Rond 27 oktober wordt een herdenking georganiseerd door de Bond van Wapenbroeders, waarbij ieder jaar het verhaal wordt verteld van één van de gesneuvelde geallieerde militairen.
DE BALANS
Goirle heeft in de jaren van de Tweede Wereldoorlog vele slachtoffers en vernielingen gekend. De prijs voor de vrijheid was hoog. Een overzicht van de Goirlese slachtoffers tijdens de Tweede Wereldoorlog en de vernielingen in ons dorp.
Burgers:
Goirlenaren door oorlogsgeweld:
Petrus W. Mutsaers
20-10-1922
11-05-1940
Riel
Gommarus A. Otten
04-02-1907
11-05-1940
Goirle
Petrus G.J.B. de Laat
06-09-1919
17-06-1941
Gelsenkirchen
(Dld)
Adrianus M. van der Pol
29-07-1922
16-07-1943
Rheinhausen
(Dld)
Josephus Hoogendoorn
23-02-1916
22-02-1944
Nijmegen
Arie Kouwenhoven
29-07-1897
22-02-1944
Nijmegen
Anna C.G. van Beek
03-07-1913
05-10-1944
Goirle
Cornelis Elissen
08-10-1906
05-10-1944
Goirle
Antonius C. Gillis
07-03-1900
05-10-1944
Goirle
Catharina M.J. Hendriks-van de Pol
01-05-1908
05-10-1944
Goirle
Wilhelmus P.M. Hendriks
22-10-1943
05-10-1944
Goirle
Franciscus C. van Nuenen
21-11-1907
05-10-1944
Goirle
Henrica W. van Nuenen-Putmans
03-07-1910
05-10-1944
Goirle
Wilhelmina M.F. van Nuenen
24-12-1938
05-10-1944
Goirle
Cornelis M.F. van Nuenen
31-05-1941
05-10-1944
Goirle
Marina M.A. van Nuenen
10-06-1944
05-10-1944
Goirle
Cornelis W. van de Pol
11-01-1920
05-10-1944
Goirle
Josephus A.J. Vekemans
21-11-1890
10-10-1944
Goirle
Peter C. van Erven
27-01-1871
11-10-1944
Tilburg
Catharina C. Glock-Otten
23-09-1907
13-10-1944
Goirle
Johannes C. Couwenberg
29-12-1910
22-10-1944
Tilburg
Adrianus J.C. van Erven
16-08-1904
20-10-1944
Goirle
Anna M.C.P. v. Laarhoven-v. Boxtel
27-10-1901
20-10-1944
Goirle
Maria H.J. van Laarhoven
19-11-1937
20-10-1944
Goirle
Josephina T.M. Eijsermans
20-01-1929
25-10-1944
Goirle
Christina T. Janssen-Tegelaers
10-01-1917
25-10-1944
Goirle
Henricus J. Martens
02-12-1893
25-10-1944
Goirle
Florentinus P.H. Vekemans
04-04-1914
?? -10-1944
Goirle
Cornelia J.H. van de Pol
02-05-1934
02-11-1944
Goirle
Hendrina Aarts-Brok
08-11-1891
04-11-1944
Tilburg
Wilhelmus M. Denissen
04-08-1917
30-11-1944
Goirle
Johannes B.A.M. Eijsermans
10-07-1919
06-12-1944
Goirle
August E. Glock
17-05-1913
??-??-1944
Oost-Europa
Petrus A.M. Hendriks
18-04-1937
24-01-1945
Goirle
Arthur Calsijn
23-04-1937
02-02-1945
Goirle
Francisca M. Roosen
15-08-1925
02-02-1945
Tilburg
Henricus J.A.M. Simons
25-12-1940
02-02-1945
Goirle
Antonius B.M. de Vet
07-11-1931
02-02-1945
Goirle
Anny A.H. van der Zande
03-01-1924
02-02-1945
Tilburg
Anna J.M. de Laat
26-05-1937
03-02-1945
Goirle
Henricus P.J. van Rijswijk
27-04-1907
22-03-1945
Goirle
Goirlenaren in concentratiekampen
Erich Dasché
:
08-04-1898
31-10-1943
Schoppinitz
Edith Dasché
18-05-1903
05-10-1942
Auschwitz
Valerie R. Dasché
25-08-1931
05-10-1942
Auschwitz
Elisabeth C. Dasché
25-08-1933
05-10-1942
Auschwitz
Tobias J. Dasché
01-08-1941
05-10-1942
Auschwitz
Johannes A.E. Stabel
09-09-1901
27-06-1943
Natzweiler
Cornelis J.P. Brekelmans
24-06-1910
07-12-1944
Neuengamme
Christiaan J.M. Adams
25-01-1923
17-12-1944
Neuengamme
Cornelis G. Bikkers
25-01-1925
03-05-1945
Neuengamme of Lübeck
Gefusilleerd op Gorp en Rovert:
Robert Baelde
22-07-1907
15-08-1942
Goirle
Christoffel Bennekers
28-05-1894
15-08-1942
Goirle
Otto E.G. Graaf van Limburg Stirum
13-04-1893
15-08-1942
Goirle
Willem Ruys
25-08-1894
15-08-1942
Goirle
Alexander Schimmelpenninck van der Oye
21-12-1913
15-08-1942
Goirle
Goirlese militairen:
Jan van der Wal (gesneuveld)
21-11-1912
10-05-1940 Heumen
Anton C.W. Versteden (idem)
06-08-1919
11-05-1940 Delft
Adrianus A.L.C. Mallens (idem)
03-09-1911
17-05-1940Duinkerken (Fr)
Cornelis P. Verhagen
21-07-1910
02-03-1942 Soebangstelling
(N.Indië)
Johannes A. Beekmans
02-07-1917
24-12-1945 Toulouse (Fr)
Geallieerde militairen in Goirle overleden:
Begraven op kerkhof St. Jan in Goirle: 21 Britten, 4 Polen en 2 Australiërs Begraven op Canadian War Cemetery in Bergen op Zoom: 17 Canadezen Begraven op War Cemetery in Bergen op Zoom: 9 Britten Begraven op War Cemetery Leopoldsburg (België): 10 Britten Begraven op US Cemetery ‘Ardennes’ Neuville en Condroz: 1 Amerikaan
Duitse militairen gesneuveld in Goirle:
In de gevechten rondom Goirle zijn ook vele Duitse militairen gesneuveld. Het juiste aantal is echter niet bekend. Omdat velen sneuvelden in de buurt van de grens lagen de veldgraven aan beide zijden van de grens. Alle gesneu- velden lagen in een veldgraf en die op Nederlands grondgebied lagen, werden na de oorlog herbegraven op de Duitse Begraafplaats bij IJsselsteijn-Venray. In de loop der jaren zijn alle, in Nederland gesneuvelde Duitse militairen, naar dit kerkhof overgebracht. Nu liggen er 31.598 Duitse soldaten begraven. Vanuit Goirlese veldgraven werden 70 Duitse soldaten herbegraven in IJsselsteijn-Venray.
Materiële schade:
De materiële schade was enorm, vooral door de beschietingen van 5 tot en met 27 oktober 1944.
Geheel verwoest: 3 woonhuizen, 4 boerderijen en 2 diversen. Zwaar beschadigd: 11 woonhuizen, 1 boerderij, 1 winkel, 1 fabriek
en 2 diversen.
Veel beschadigd: 38 woonhuizen, 7 boerderijen, 7 winkels,
6 fabrieken, 4 cafés, 2 scholen, 2 kloosters,
1 kerk en toren en 4 diversen.
Licht beschadigd: 509 woonhuizen, 34 boerderijen, 37 winkels,
6 fabrieken, 11 cafés, 4 scholen, 1 klooster,
1 gemeentehuis, 1 bondsgebouw,
1 jeugdhuis/kapel, 1 kazerne, 1 grenskantoor,
1 postkantoor en 9 diversen.
N.B. Onder ‘diversen’ wordt gerekend: bruggen, schuurtjes, kerkhof, tele- fooncentrale enz.
Bijna de helft van de woonhuizen in Goirle had schade opgelopen. Vooral de zuidwestelijke kant van Goirle werd het zwaarst getroffen. De Bergstraat spande de kroon met 110 woningen.