Meijepolder Bodegraven, Woerden en Nieuwkoop

Fietsen door een oer-Hollands polder- en rivierenlandschap, een authentieker Nederlands gebied dan de omgeving van de Nieuwkoopse Plassen kan je haast niet vinden. Het afgeveende plassengebied dat vanaf de zestiende eeuw ontstond, wordt veel gebruikt voor recreatie op het water. Met een grote jachthaven in de buurt zie je vooral kajuiten op het water liggen.

Het kleine, slingerende veenriviertje de Mije leidt door de polder en het weidegebied en geeft extra sfeer aan de omgeving, waarin nog vele eeuwenoude, karakteristieke boerderijen te zien. In en rondom de oevers van de plassen en in de weilanden leeft een grote diversiteit aan moerasvogels. De steeds zeldzaam wordende zwarte stern, maar ook de grote en kleine karekiet en de snor broeden hier graag. Viseters als de purperreiger en de aalscholver houden zich in leven met wat de plassen hen te bieden hebben. Het water is vrij zuiver en er groeien veel planten als watergentiaan en de waterlelies, maar je ziet ook drijftillen van waterscheerling en veldjes krabbenscheer.

Je vertrekt vanaf de parkeerplaats in Bodegraven en komt al snel de Weijpoortsche Molen tegen. De oorspronkelijke wipmolen uit 1564 maalde het water via een lang kanaal. Deze molen werd in 1672 door Franse soldaten verwoest en brandde volledig uit, zodat de huidige molen in 1674 moest worden gebouwd. In 1995 werd de molen voor het laatst ingrijpend gerestaureerd en ook nu nog wordt er wekelijks op zaterdag met de molen gemalen. Wanneer dat gebeurt, is de molen ook toegankelijk voor geïnteresseerden.

In Woerden aangekomen staat een molen op de route die voor een groot deel het stadsbeeld bepaalt: de Windhond. Deze prachtige ronde, stenen, zwarte stellingmolen werd in 1755 gebouwd op een molenberg, die oorspronkelijk een bastion was dat bij de stadswallen van Woerden hoorde. Om de Windhond te kunnen plaatsen, werd een andere molen gesloopt. In 1877 kreeg de molen een stoommachine, in 1901 werd daar een gasmotor aan toegevoegd. De molen oefent nog steeds zijn functie uit en maalt voornamelijk op windkracht het graan, hoewel de gasmotor nog steeds in goede staat is.

In Woerden staat ook het Kasteel van Woerden, dat in 1415 gebouwd werd. Toen het kasteel af was werd het omgeven door een gracht en kon men toegang krijgen tot de vesting via een brug. Bij de voorpoort stond een portiershuis en daar achter lagen de dienstgebouwen: een bakhuis, een bottelarij met toren, een brouwhuis, een eest, een keuken, een loods, een penterije en de stallen. Het valhek, de doornstruiken, een palissade lieten niets aan de verbeelding over en maakten duidelijk dat dit kasteel diende als verdedigingswerk. Het kon bescherming bieden aan meer dan honderd mensen.

De Westveense Molen die ten noorden van Woerden in de polder staat werd 1676 gebouwd om de Westveense polder, die 145 hectare groot is, te bemalen. Een storm in 1837 vernielde wipmolen, maar deze werd weer hersteld. Ook werd de molen gerestaureerd nadat ze geleidelijk aan verzakte halverwege de twintigste eeuw. Een nieuwe grootscheepse restauratie in 2010 maakte de molen, die na 2008 stil kwam te staan, weer maalvaardig.

In Bodegraven is De Arkduif gebouwd, een stellingmolen met als bouwjaar 1697. De korenmolen staat aan de Overtocht nabij de Oude Rijn en heeft een gemetselde ronde romp en stelling. In de tweede helft van de negentiende eeuw is brandschade hersteld en kreeg De Arkduif onderdelen uit andere molens, waaronder van een gesloopte watermolen uit Nieuwkoop. Het molenhuis is tegenwoordig in gebruik als bierbrouwerij en is niet van binnen te bezichtigen.

Vlakbij de parkeerplaats waar de auto staat, zie je tenslotte het fort Wiericker Schans liggen. Het verdedigingswerk werd gebouwd in 1673 en maakt deel uit van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Tot in de negentiende eeuw behield het fort zijn verdedigende functie, maar de vesting heeft ook andere bestemmingen gekend. Het fort is bijvoorbeeld ook gebruikt als opslagplaats voor buskruit, als woning voor officieren, als kerk en als trainingsschool voor waakhonden. Tegenwoordig is het fort een toeristische centrum voor een breed recreërend publiek.