Jacob van Lennep-route, Deel 07 (Leeuwarden - Buitenpost)

Oranje-Nassau
Vrijdag 13 juni, de eerste van vier drukke dagen in Leeuwarden. De reizigers bezoeken een stadsschool, gevangenis en twee stadspaleizen van de familie Oranje-Nassau: het Stadhouderlijk Hof en de Princessehof. Ook bezichtigen ze de Prinsentuin. Tijdens het middagmaal in de sociëteit zit Van Lennep opgescheept met een aantal advocaten. De een denkt dat hij grappig is, een ander is buitengewoon lomp en de rest bestaat uit zouteloze kerels. Aldus Van Lennep.

Liefde
Voor Van Lennep staat het bezoek aan Leeuwarden duidelijk in het teken van Henriette van Asbeck: een freule die hij van vroeger kent. Tussen de vele regels die hij aan haar wijdt, is goed te lezen dat hij warme gevoelens voor haar heeft. Probleem is alleen dat Henriette op dat moment niet meer Van Asbeck heet, maar Rengers: ze is getrouwd. In de derde tv-aflevering vraagt Marita Mathijssen zich af of Henriette de moeder zou kunnen zijn van het buitenechtelijke kind dat Van Lennep op zijn achttiende verwekte.

Friese karakter
Op dinsdag 17 juni nemen de reizigers hun intrek in De Posthoorn, een herberg die nog steeds bestaat en in de route is opgenomen. Ze kloppen aan bij de predikant Adriani die duidelijk niet van hun bezoek gediend is. De volgende dag passeeren ze aan de voormalige Lauwerszeedijk een obelisk die je nog steeds kunt bekijken. Als ze Groningen in lopen, vindt Van Lennep het tijd om de Friese zeden en gewoontes te beschrijven. Wat volgt is een buitengewoon negatieve karakterisering: “Maar ik verklaar dat onpartijdigheid en mijn vaste overtuiging de pen geleid hebben bij mijn oordelen.”

Verdiepingsbronnen
-Jakob van Lennep, “De zomer van 1823”: deel 1, hoofdstuk 5 en 6.
-Geert Mak, De zomer van 1823 als televisieserie: aflevering 2.
-Maya Schepers, De zomer van 1823 als radioserie: aflevering 2 en 3.