De Berg en Breuk route is grotendeels onverhard, dus trek stevige schoenen of laarzen aan! Ook passeert u enkele wandelsluisjes waardoor deze route niet geschikt is voor rolstoelgebruikers en wandelwagens. Het startpunt van de Berg en Breukroute is aan de Schansweg ter hoogte van de Oude Bosweg. Hier is gelegenheid om uw auto/fiets te parkeren. Deze route is onderdeel van het wandelroutenetwerk, waardoor u uw route altijd op een ander punt kunt starten of kunt uitbreiden met een andere route. De Berg en Breukroute voert u door een afwisselende landschap, rondom het buurtschap Bedaf. Het gebied is onderdeel van natuurgebied De Maashorst, een van de grootste natuurgebieden van Brabant.
De gratis folder van deze route is onder andere verkrijgbaar Toeristisch Informatiepunt in de bibliotheek van Uden en te downloaden op www.exploremaashorst.nl
Bedafse bergen
De Bedafse Bergen, een steile en langgerekte stuifzandwal die ten opzichte van het omliggende maaiveld, 18 meter hoog ligt, de hoogste stuifzandwal van Noord-Brabant. De Bedafse Bergen hebben er niet altijd zo uitgezien. Zo’n 4000-5000 jaar geleden was Brabant bedekt met een laag zand waarop vooral eikenberkenbos groeide. Rond 1100 vestigden zich in dit gebied boeren en zij lieten in de bossen hun vee grazen. Door de toenemende begrazing verdween het bos en het landschap veranderde in uitgestrekte heidevelden met stuifzand. Dit stuifzand ontstond doordat de boeren de heide dichtbij hun hoeve te vaak plagden; deze plaggen werden in de potstal met de mest vermengd. Om het stuiven van het zand tegen te gaan werden aan de rand van de akkers en buurtschappen, houtwallen aangelegd. Omdat de houtwallen met zand werden overstoven kwamen ze hoger te liggen. Op de droge en onvruchtbare flanken van de Bedafse Bergen werden grove dennen aangeplant. Het hout van deze bomen werd gebruikt als stuthout in de Limburgse mijnen. Het stuifzand werd bij de Bedafse Bergen met succes vastgelegd. Alleen de langgerekte vorm van de bergen en de eiken op de ‘bergtoppen’ herinnert ons tegenwoordig nog aan de voormalige houtwal. Tegenwoordig is het bosbeheer gericht op meer loofhout en natuurontwikkeling in combinatie met het recreatieve gebruik.
Leijgraaf en de Bitswijkse loop
De Leijgraaf was oorspronkelijk een kronkelend stroompje die van Boekel tot aan de monding in de Aa bij Heeswijk reikte. Het aanwezige beekleem laat zien dat tussen en na de ijstijden, hier een beek heeft gelopen. In de 16e eeuw gingen agrariërs een watergang graven die het teveel aan water moest afvoeren. Het water trad vaak buiten de oevers en was moeilijk uit het gebied te krijgen. Het drassige en weinig productieve beekdal was eeuwenlang als hooiland in gebruik. Deze gebieden werden vaak aangeduid met de naam ‘Broek’. Broek heeft de betekenis van moeras of land zonder waterlozing. Door verbetering van de afwatering en vervolgens kanalisatie behoren de overstromingen tot het verleden. Voor de landbouw wordt het waterpeil nu kunstmatig hoog gehouden door een inlaat vanuit de Aa bij Veluwe. Het natuurbeleidsplan uit 1990 bood de gelegenheid om ecologische verbindingszones aan te leggen en de Leijgraaf van meer natuurlijke vormen te voorzien. Tegenwoordig is het overgrote deel van de Leijgraaf voorzien van natuurlijke oevers en natte hoekjes met kleine bosjes. De aanwezige vistrappen biedt vis een vrije toegang in de gehele Leijgraaf. Hiermee is de Leijgraaf een natte Ecologische Verbindingszone (EVZ) geworden en zorgt voor verbinding met de omliggende natuurgebieden.
Peelrandbreuk
De ondergrond van Nederland wordt doorsneden door een groot aantal aardbreuken. Aan de oppervlakte is daar vaak niets van te zien. De breuk in en rondom Uden heet de Peelrandbreuk en is één van de weinige plaatsen in Nederland (en zelfs omstreken) waar de breukwerking wel in het landschap zichtbaar is. De Peelrandbreuk tussen Bedaf en Buurtschap ’t Loo markeert de overgang tussen de Peelhorst en de lager gelegen Centrale Slenk. De Peelrandbreuk loopt door tot in de diepe ondergrond en is miljoenen jaren oud.
Wijstgronden
Wijstgronden zijn zeldzaam en komen elders in Europa haast niet voor. In Noord Oost Brabant zijn er wel diverse plekken waar Wijstgrond voorkomt. Maar wat is Wijst eigenlijk? Grondwater stroomt van hoge naar lage gebieden. Bij de Peelrandbreuk wordt de doorstroming bemoeilijkt doordat achter de breuk de bodem dichter is en geen water doorlaat. Hierdoor stijgt het water en komt het aan de oppervlakte, dit wordt kwelwater genoemd. Anders dan je zou verwachten zijn de hoge gronden dus nat en blijven de lager gelegen gronden droog. Deze bijzondere vorm van kwel noemen we Wijst.
Aardkundig monument
In het verleden was er overigens niet veel waardering voor de Wijstgronden. Integendeel, ze werden gezien als probleemgebieden. De gronden hadden door hun hoge grondwaterstand immers niet veel gebruiksmogelijkheden. Daarom werden er afwateringsslootjes gegraven met als gevolg dat het gebied droger werd. Het veen verdween, de boeren konden de grond ontginnen, en hoogteverschillen werden geëgaliseerd. Veel Wijst is hierdoor verdwenen. Pas vanaf de jaren zeventig wordt het gebied weer gewaardeerd om deze bijzondere natuur en is er gewerkt aan het herstel van het gebied. In 2004 is het Wijstgebied in Uden door de provincie Noord-Brabant uitgeroepen tot aardkundig monument. Tegenwoordig is het beheer van het gebied erop gericht dat verdroging wordt voorkomen, een hoge grondwaterstand is van belang om de Wijst te behouden.
Steilrand
Het hoogteverschil waarlangs de wandelroute voert, ook wel de steilrand genoemd, is bij het Annabos ongeveer 2 meter hoog. De steilrand maakt de tektonische werking, dus de verstoring van de aardlagen van de Peelrandbreuk, zichtbaar in het landschap. Het informatiepaneel nabij de Wijstgrond legt onder andere uit waarom de vegetatie bovenop de steilrand zo verschilt van de vegetatie onderaan.
Ijzeroerbanken
Op sommige plaatsen zitten van nature zeer veel opgelost ijzer in het grondwater die zich, zodra ze in contact komen met zuurstof, in geoxideerde vorm op de bodem afzetten. Onder het dekzand ligt een Maasbedding, waarin grindbanken worden afgewisseld met zandduinen. Wanneer het ijzerrijke grondwater door de zandduinen omhoog wordt gestuwd in de kiezelbank, slaat door oxidering het ijzeroxide neer en worden de kiezels verkit tot een ijzeroerbank. Het kwelwater op deze plaats kleurt nadat het in contact komt met zuurstof, roestbruin. Wanneer dit proces zich steeds op dezelfde plek herhaalt ontstaan er grote verharde ijzerconcentraties: de ijzeroerbanken. Deze dichte harde roodbruine bodemlaag heeft als eigenschap dat het slecht water doorlaat.
Deze route is ontwikkeld door IVN afdeling Uden.