Rondje Balen

Op de grens van de Belgische provincies Limburg en Antwerpen rij je door een rustig en licht glooiend gebied waarin dorpjes, beekdalen en uitgestrekte bossen elkaar afwisselen. 

 

Net na je vertrek steek je het Albertkanaal over en rij je door de bossen rondom de Kepkensberg, een getuigenheuvel van 43 meter hoogte. Even later fiets je door de vallei van de Kleine Laak. De beek slingert hier onbekommerd door het land. In de vallei tref je onder meer elzenbroekbossen, zegge, rietgras en kamperfoelie aan.

 

Tussen Tessenderlo en Vorst rij je door het dal van de Grote Laak, een gebied waar je rietruigten, natte weilanden en moerasbossen ziet. Even verderop tussen Vorst en Eindhout fiets je wederom door het dal van de Kleine Laak. In dit kleinschalige landschap tref je langs de graasweiden nog enkele oude houtwallen aan.

 

Via de plaatsjes Zittaart en Meerhout rij je door een landelijke omgeving richting het Kanaal Dessel-Kwaadmechelen, een van de zeven Kempische Kanalen. Je geniet hier volop van de rust en de door vele slootjes en waterlopen doorsneden omgeving.

 

Net voor Leopoldsburg buigt de route weer af, terug richting het startpunt. Je doorkruist de Gerheserbossen waarvan de oorsprong zo’n 10.000 jaar terug gaat. Je ziet vooral zandgronden en met dennenbossen begroeide duinen. Als je goed kijkt, ontdek je ook oude restanten van heide en ven. Deze waardevolle plekjes, die met elkaar verbonden worden door lichtrijke dreven, zorgen dat zeldzame dieren als de boskrekel en nachtzwaluw zich in dit unieke natuurgebied thuis voelen.