Rijd via de Reeweg aan de zuidkant het dorp uit. Rijd in de polder rechtdoor naar de dijk. Hier sla je linksaf. Je kunt hier kiezen; of aan de polderkant, of aan de wadkant. In de polder zitten vooral in het winterhalfjaar en tijdens hoogwater veel vogels. De wadkant is juist interessanter met laagwater. Let op de vele tapuiten (voor- en najaar) en oeverpiepers (winter) op de steenblokken. Op het overslagterrein aan de binnenkant, vlak bij de steiger, zit in het voorjaar een kolonie stormmeeuwen.
Steek de weg over en kies nog een keer: de binnen- of buitenkant. Het wad gaat langzaam over in de kwelder. In sommige jaren broeden op het kweldertje noordse sterns. In de winter jagen hier smelleken en slechtvalk.
Ga de dijk over en daal via het schelpenpad af naar de kwelder. Sla op de driesprong rechtsaf.
De kwelder wordt begraasd door jongvee van de eilander boeren. Hierdoor is de plantengroei afwisselend. Mei en juni zijn de mooiste maanden met roze velden vol bloeiend Engels gras. Vanaf eind februari jubelen hoog in de lucht talloze veldleeuweriken.
Volg het fietspad over een bruggetje, tot op de punt waar het pad stopt bij een fietsenstalling. Je kunt hier een korte wandeling (ongeveer 1 kilometer) naar het baken van de Kobbeduinen maken. Van hieraf heb je, ook als het gebied in de broedtijd is afgesloten, een mooi uitzicht over de Oosterkwelder. Met wat geluk zie je blauwe kiekendief op lepelaar. In september staan er veel weidechampignons.
Ga terug het fietspad op. Sla nu rechtsaf. Op de driesprong houd je rechts aan, het Johannes de Jongpad. De kwelder wordt hier minder vaak door de zee overspoeld. De stugge zeerus en manshoog riet vormen grote velden, waarin grauwe gans en roerdomp broeden. Dode wilgen en berken herinneren aan de winter van 2007, toen de zee wel tot hier kwam.
Het fietspad komt uit op een asfaltweg, de Prins Bernhardweg. Sla hier linksaf. De Prins Bernhardweg is bij hoge vloeden de grens van het zoute water. Aan de linkerkant liggen een paar mooie doorkijkjes naar duinvalleien. De duinparelmoervlinder is hier in juni nog algemeen. De bermen van de weg zijn het mooist in juni en juli. Er staan dan diverse hoge gele planten (stalkaars, koningskaars en teunisbloem) en het blauwpaarse slangenkruid.
Aan de linkerkant ligt de Wassermannbunker. Zet de fiets neer bij de stalling en loop naar boven. Je hebt hier bij helder weer prachtig uitzicht over het eiland. Vaak vliegen hier roofvogels rond, zoals buizerd en bruine en blauwe kiekendief. Ten noorden van de bunker ligt in de kale duinen een kolonie stormmeeuwen.
Volg de Prins Bernhardweg. Na een flinke klim en afdaling rijd je rechtdoor naar het dorp. Volg aan de rand van het dorp de weg naar links en dan naar rechts. Je rijdt nu via de Langestreek het dorp in.
Bijzondere Schiermonnikoog- en waddenboeken, heerlijke eilander lekkernijen en meer op www.schiermonnikoogshop.nl.