Op de grens van Midden-Limburg en het Zuid-Limburgse heuvelland ligt de gemeente Sittard-Geleen. Sittard is één van de oudere plaatsen van Nederland en is de op één na oudste stad van de provincie Limburg. Het stadje wordt voor het eerst als “Sitter” vermeld in 1147, maar er zijn vondsten gedaan die aantonen dat het gebied al ver voor het begin van onze jaartelling bewoond werd. Ooit bevonden zich hier de oudste dorpjes van Nederland: rond 5300 voor Christus woonden de bandkeramiekers in kleine nederzettingen die tussen de 50 en 150 mensen telden. In de Sittardse wijk Hoogveld werd een compleet grafveld met meer dan 100 stoffelijke overschotten gevonden. Er zijn ook veel perceelafscheidingen van de Romeinen terug gevonden en er is aardewerk opgegraven.
In Sittard staat ook de Stadbroekermolen. Deze oude watermolen maalde op de Molenbeek. Dit was de tweede watermolen die aan de Molenbeek gebouwd werd. Vanwege de stankoverlast die het malen van eikenschors met zich meebracht, werd de molen ver buiten de stad gebouwd. Behalve als schors- en slijpmolen, ging de Stadbroekermolen in 1699 ook olie slaan en nadat het banrecht van de eerste molen in Sittard (Sittardermolen) werd opgeheven, kon de turbinemolen ook graan gaan malen.
Wanneer je dertig kilometer hebt gefietst, kom je bij Tuincafé Intratuin Geleen. Dit leuke tuincafé nodigt uit tot een gezellige pause. Kinderen vermaken zich in de ballenbak terwijl volwassenen genieten van een drankje. Ook voor een lekker tussendoortje kan gezorgd worden: een heerlijke Italiaanse Panini, een vers gemaakt broodje gezond of een stevige omelet of uitsmijter gaan er tijdens deze meer dan zestig kilometer lange fietstocht vast wel in!
Als je de route vervolgt, kom je langs verschillende historische gebouwen. Kasteel Grasbroek was ooit een echte vesting. Op het terrein staat een rechthoekig huis uit 1596. Er zijn twee woonlagen die zijn opgetrokken met in- en uitgezwenkte gevels. Er zijn 63 schietgaten aangebracht zodat Grasbroek goed verdedigd kon worden en in de oosthoek staat een ronde, gemetselde traptoren. Diagonaal tegenover deze toren, zie je op de westhoek een arkeltorentje staan. Oorspronkelijk was het kasteel omgracht, maar nu die gracht drooggelegd is, is deze nog maar nauwelijks te herkennen.
Een andere prachtige burcht is kasteel Limbricht, dat nog een zeldzaam voorbeeld van een goed behouden mottekasteel is. Het kasteel uit 1622, dat op een kunstmatig opgeworpen heuvel staat, wordt omgracht en de hoofdburcht heeft een voorburcht in de vorm van een u-vormige kasteelboerderij. Er zijn ook een poortwachterswoning en een melkhuisje te zien en in de achttiende eeuw werd daar een schapenhuisje aan toegevoegd. Het vierkante hoofdgebouw heeft een kleine binnenplaats en in de buitenmuren zijn duidelijk schietgaten te herkennen. In de achtervleugel, waar een vijfzijdige slotkapel uit 1643 te vinden is, kan je een vierkante traptoren herkennen.
Nadat je deze historische burchten hebt bekeken, fiets je naar een statig herenhuis: Huis Witham, dat ook wel Huis Wittem wordt genoemd. In 1444 werd er op de plek van het huidige pand al een oud kasteel gebouwd. Rond 1700 werd er een huis, dat vernoemd werd naar zijn leenheer Frederik van Wittem, gebouwd op de restanten van de historische vesting. Het rechthoekige, witte herenhuis werd opgetrokken uit baksteen en heeft drie woonlagen. Het oudste deel van het gebouw is het midden van de achtergevel, waar een halfronde, gesloten uitbouw staat. Bij het huis, dat gesierd wordt door een hoog ingesnoerd schilddak, staan een carrévormige hoeve uit het begin van de twintigste eeuw en een tiendschuur. Als je goed kijkt, kan je de restanten van een droge gracht zien liggen.
De laatste bezienswaardigheid van deze fietstocht is weer een historische watermolen. De Poolmolen is een onderdeel van een boerderij en ontleent zijn kracht aan de Geleenbeek. De oudste vermelding van de molen gaat terug tot 1662, maar de huidige molen stamt uit 1883. Oorspronkelijk was de molen uitgerust met drie koppels maalstenen, maar hiervan is er slechts nog één in gebruik. Omdat de molen particulier eigendom is, is hij niet van binnen te bezichtigen.