Soest, Eemdijk en Huizen

Als onderdeel van Boswachterij De Vuursche kan je in deelgebied de Stulp een prachtig ouderwets landschap verwachten. Staatsbosbeheer probeert de natuur hier weer naar oorspronkelijke staat terug te brengen en dat heeft een open en gesloten terrein tot gevolg. Een heideveld van 59 hectare wordt omringd door prachtige bossen, die steeds een mengeling tussen loof- en naaldbomen worden. Op de bodem groeien diverse planten, waardoor de bomenzee als een oerbos aanvoelt. Er is voldoende water aanwezig, wat veel dieren aantrekt. Reeën eten de jonge blaadjes van de struiken en de eekhoorn legt zijn voorraden in de bossen aan. Dassen en vossen op kleine prooidieren jagen. De buizerd, boombalk, boompiper, boomleeuwerik, roodborsttapuit, klapekster, kraai en koninklijke raaf heersen over de boomtoppen en in het water van het pluismeer zwemmen futen en dodaars, terwijl rond de oever de levendbarende hagedis rondscharrelt. De mooie plaatsjes in de buurt van het natuurgebied zijn leuk om te verkennen. Onder andere Laren, waar je via Eemdijk en Blaricum naar toe fietst, breidt zich in rap tempo uit. Het plaatsje is vernoemd naar een ‘laar’; een open plek in het bos en dat is een plek die tot de verbeelding spreekt. Het is dan ook niet vreemd dat Laren is een van de oudst bewoonde plekken in het Gooi is. De allereerste mensen woonden hier al rond 2500 voor Christus en in 1085 stichtte de bisschop van Utrecht het Sint Janskerkhof. Hoewel het aanvankelijk een boerendorp was, is Laren uitgegroeid tot een forensendorp, waar veel mensen die in Utrecht wonen hun heil zoeken. De route gaat van start bij Profile Soest. Hier krijg je met je fietsvoordeelpas 10 euro korting op onderhoud en reparaties, dus dit is een perfect moment om je fiets te onderwerpen aan een kleine onderhoudsbeurt voordat je aan de route begint of wanneer je terug komt bij de parkeerplaats. Wanneer je in de buurt van Baarn komt tijdens de tweede helft van de fietstocht, zie je Drakenburg staan. Dit was een ridderhofstad en een kasteel dat rond de veertiende eeuw gebouwd is. Het kasteel heeft tot het begin van de negentiende eeuw bestaan en werd lange tijd bewoond door zijn naamgevers, de Heren van Drakenburg. Door de jaren heen is het kasteel veel verbouwd. Tegenwoordig zijn binnen het rijksmonumentale grachtenrestant nieuwe gebouwen geplaatst. Hierin is een overblijfsel van het oude koetshuis verwerkt.