Oude-Tonge, Ooltgensplaat en Stad aan 't Haringvliet

In de strijd tegen het water van de Noordzee veroverde de mens geleidelijk aan steeds meer land en zo Goeree-Overflakkee stukje voor stukje ingepolderd. Het eiland in het zuidwesten van Zuid-Holland bestond aanvankelijk dus uit verschillende kleine eilandjes. De eerste inpoldering vond al plaats in de twaalfde eeuw, toen de polder Oudeland van Diependorst werd ontgonnen. Toch zijn de veroveringen van het grondgebied niet zonder slag of stoot gegaan en werd het eiland voor de aanleg van de Deltawerken regelmatig getroffen door overstromingen. Zo verdronken er 22 mensen tijdens de Stormvloed van 1682 en eiste in 1953 de Watersnoodramp 481 levens. Oude-Tonge werd daarbij het hardst getroffen; 305 inwoners, tien procent van het totaal aantal inwoners van het dorp en bijna 65% van het aantal slachtoffers van de ramp, kwamen hier om het leven. Je komt tijdens je fietstocht molen De Korenaar (romp/restant) tegen in Ooltgensplaat. De molen werd gebouwd in 1729 en verving een houten voorganger. Oorspronkelijk was De Korenaar een grondzeiler en hij werd in 1919 voorzien van nieuwe roeden. Deze werden er weer afgehaald in 1947, nadat de molen zware oorlogsschade had opgelopen. In 1968 ging de kap er ook af en bleef alleen de romp over. Wat er is overgebleven van De Korenaar verkeert anno 2013 in slechte staat; de ruïne is nooit gerestaureerd. Een grondzeiler die beter behouden is gebleven staat in Den Bommel. De Bommelaer is gebouwd in 1738, maar bevat veel tweedehands onderdelen uit 1620. De molen was in de tweede helft van de twintigste eeuw zeer verwaarloosd. Om sloop te voorkomen kocht een stichting de molen op in 1967. In 1969 werd de grondzeiler gerestaureerd. De Bommelaer draait over het algemeen op zaterdag en is dan ook te bezoeken. Vervolgens zet je koers naar de naamgenoot van de molenruïne die je eerder op de tocht zag. Deze grondzeiler is gebouwd in 1746 in Stad aan ‘t Haringvliet. De Korenaar was actief tot 1958, hierna raakte hij zo ver in verval dat hij niet meer werkte. De gemeente van Stad aan ’t Haringvliet kocht de korenaar in 1965 en restaureerde de molen in 1970. Er bevindt zich één koppel maalstenen in de molen, waarmee op zaterdag meestal nog graan wordt gemalen. Ook de laatste molen die je op je tocht zult zien, zal je inmiddels herkennen als een grondzeiler, aangezien de wieken bijna de grond raken. d ’Oranjeboom werd gebouwd in 1768 als vervanger van een standerdmolen die op dezelfde plek stond. Sinds 1988 hoort de molen bij de Molenstichting Goeree-Overflakkee, die de molen heeft gerestaureerd. De molen is elke week op zaterdag te bezichtigen tussen 10:00 en 16:00.