Aan water en watersport heb je op en rondom de Loosdrechtse Plassen geen gebrek! De plassen zijn het hart van een beschermingszone voor flora en fauna, waaronder vele vogelsoorten. De plassen ontstonden door vervening van het gebied en zijn door dijken en eilanden van elkaar gescheiden. Historische buitenplaatsen e schilderachtige landschappen liggen rondom de wateren en dragen bij aan de authenticiteit van het gebied.
Je vertrekt vanaf de parkeerplaats in Loenen aan de Vecht, waar je gratis je auto kunt parkeren. Wanneer je de bebouwde kom verlaat, fiets je een waterrijk gebied in. Midden in de polder staat een wipmolen uit 1832: de Trouwe Waghter. Deze molen moest twee andere molens vervangen, die op andere plekken het waterschap bemaalden. Tot 1948 heeft de Trouwe Waghter de polder bemalen door middel van een scheprad, maar toen het in 1950 in particulier bezit kwam werd het binnenwerk eruit gebroken. In 1960 gingen de eigendomsrechten over op Natuurmonumenten, die de molen liet restaureren en weer draaivaardig maakten.
Daarna kom je bij Fort Tienhoven, dat werd gebouwd in de periode tussen 1848 en 1850 als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het fort bestond sloot de Tienhovense Vaart af en bewaakte de inundatiekade, een damsluis en de Kraaiennesterssluis. Het ontwerp is vrijwel hetzelfde als dat van Fort Kijkuit en Fort Spion. Het fort is niet toegankelijk, maar biedt wel een mooi aanzicht.
Vervolgens kom je langs mooie buitenplaatsen, waarvan er veel werden gebouwd door rijke kooplieden in de Gouden Eeuw. Landhuis en Weerestein zijn twee indrukwekkende bewoonde landhuizen. Ze stammen allebei uit de zeventiende eeuw en daarvan zijn nog vele verwijzingen in de architectuur terug te vinden, maar de gigantische woonhuizen Vechtzigt en Groene Vecht zijn even indrukwekkend.
Ook de in Breukelen gelegen buitenplaatsen Queekhoven en Vegt en Hoff zijn prachtig om te zien. Het huidige Vegt en Hoff werd in 1873 gebouwd, op de plek waar eerder een huis stond dat de naam ‘Grashuisse’ droeg. Over het ontstaan van Queekhoven is niet veel bekend, omdat een uitslaande brand de archieven en de oorspronkelijke woning volledig verwoestte.
Drie andere buitenplaatsen die je tijdens je tocht vanaf de fiets ziet, zijn Oud Oever, Bijdorp en Vegtlust. Gelegen langs de oostoever van rivier de Vecht, beschikt Oud Oever over een hoofdgebouw, een historische tuin- en parkaanleg, een tuinkoepel, tuinmanswoning, paardenstal, koetshuis en meerdere toegangshekken. Oud Oever is rond 1700 gebouwd door Pieter van Beeck. Hij noemde het huis destijds Beek en Hoven. Deze naam werd 10 jaar later door zijn erfgenaam veranderd in Oud Oever.
Johannes Willem van Reenen kocht in de negentiende eeuw vier buitenplaatsen die naast elkaar lagen aan de Vegt. Bijdorp was er één van, een andere was Vegtlust, dat in de achttiende eeuw werd gebouwd. De andere twee werden afgebroken en op het vrijgekomen stuk grond werd een prachtig park aangelegd. In 1981 werd Vegtlust verbouwd en werden er zes appartementen in gebouwd.
Maar één van de best bewaarde kleinere buitenplaatsen in dit gebied is Bijdorp, dat omstreeks 1710 werd gebouwd. In totaal beslaat dit grondgebied 1,2 hectare grond. Diverse delen van deze buitenplaats zijn beschermd omdat het rijksmonumenten zijn, zoals het hoofdgebouw uit 1700 en de historische tuin- en parkaanleg.
Het concept voor een verdedigings linie waarbij het laaggelegen polderlandschap onder water wordt gezet dateert al van 1589. Met de forten in de vestingsteden Muiden, Weesp, Naarden, Gorinchem en Woudrichem werd de linie vanaf de hogere grond bewaakt. Verken deze unieke vestigingswerken in het unieke polderlandschap.