Stolpersteine Nieuwe Emmasingel 9

Louisa Eva Cohen wordt geboren in Middelburg op 1 oktober 1872. Haar vader 1s vleeshouwer van beroep. Zij is het negende kind van de in totaal dertien kinderen van Joseph en Eva Cohen. Op 18 oktober 1926 verhuist Louisa vanuit Amsterdam naar Eindhoven. Ze woont tot na het uitbreken van de oorlog als huishoudster van de weduwnaar Hartog Andries Groenewoudt aan de Emmasingel. In 1942 woont ze in het bejaardenhuis ‘Tehuis voor Israelitische Oude Lieden’ op de Markt 5 in Arnhem. Op 1O december 1942 wordt Louisa, samen met 74 andere bejaarden, uit het tehuis naar Westerbork gebracht. Het bejaardenhuis wordt opgeheven. Op 9 februari 1943 wordt Louisa Eva Cohen naar Auschwitz gedeporteerd. Daar is zij direct na aankomst, op 12 februari 1943, vermoord. Hartog Andries Groenewoudt wordt op 5 april 1865 in Aarle-Rixtel geboren. Hij is vleeshouwer van beroep en ritueel slachter voor de joodse gemeente in Eindhoven. Hartog is orthodox-joods en zit tijdens diensten altijd in de tweede rij in de synagoge in de Kerkstraat. Hartog heeft een koosjere slagerij aan de Demer. Hij is in 1894 getrouwd met Kaatje Hijmans, met wie hij drie kinderen heeft. Kaatje is in 1926 overleden. In 1942 woont Hartog met zijn dochter Sara Hes-Groenewoudt in Zaltbommel. In de avond van 18 november 1942 moet de familie Hes-Groenewoudt zich melden in het Nutsgebouw te Zaltbommel. De volgende ochtend worden zij in alle vroegte per trein naar Westerbork gebracht. Hartog Andries Groenewoudt wordt op 24 november 1942 vanuit Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd. Daar is hij bij aankomst op 27 november 1942 vermoord.