kasteel boxmeer

Jan de Beijer tekeningen, van Emmerik tot Roermond. Deel V, prent 125 1740 in grijs gewassen pentekening, 216 322 mm gesigneerd links onder de tekening in later handschrift: DBeyer. geannoteerd aan de achterzijde: 1 Kasteel te Boxmeer, in het land van Cuik. 1740. 2 Dor Sambeek. p Het kasteel van Boxrneer was in de achttiende eeuw nog omge-ven door twee grachten. Rechts op de voorgrond het Meer, waarop twee vissers in een bootje. D.e. zandweg, op de voor-grond in het midden, voert over een dijk in de gracht tussen de hoge aarden wal door over een brug naar de. ingangspoort van het kasteel. De hoge wal, die achter de buitenste gracht lag, waarop lindebomen geplant waren, had een dubbele functie: uit-eraard diende deze op de eerstep laats als versterking van het kasteel, maar op de tweede plaats als dijk tegen de hoge wa-terstand in het Meer, dat • open verbinding met de Maas stond. De ingang bestaat uit een barokke poort en twee ronde hoektorentjes, die door een weergang met elkaar worden ver-bonden. Ter linkerzijde van de poort sluit de ommuring aan en ook het eigenlijke woongedeelte, dat overgaat in een ronde weertoren met een barokke dakbekroning. Rechts staat de hofkapel op het binnenplein van de burcht. Over het Meer kijkt men op de kerk-toren van Sambeek. Degeschiedenis van het kasteel is rijk aan afwisseling. In 1572 werd het kasteel grotendeels afgebroken op last van de Hertog van Alva. In 1577 werd het door Graaf Willem van den Bergh, Heer van Boxmeer, en een zwager van Willem van Oranje, her-overd en in de volgende jaren werd het oostelijk deel herbouwd. In 1712 stierf het geslacht van de Graven van Bergh uit en werd de heerlijkheid Boxmeer geërfd door Frans Willem, Graaf van Hohenzollern-Sigmaringen, een achterneef, op voorwaarde dat deze het wapen en de naam van de graven van Bergh zou aanne-men. Toen deze in 1737 overleed, werd hij opgevolgd door zijn zoon Jan Baptist, die in 1782 overleed. In 1752 had men echter de "dolle graaf", zoals hij werd genoemd, van zijn bestuurstaken van het Hertogdom Gelder en de Graafschap Zutfen. ontheven, waarna deze werden waargenomen door de Raden Antoon Aloysius Mainhard Frans Graaf van den Bergh,Prins gegeven. Op de koormuren groeit dan ook aller hand onkruid. o De vormden, die sinds 10 juni 1648 na de Vrede van Munster ver de kerk beschikten, hadden n kerk a de brand van 1702 een drijft ruimte in de hal onder de toren ingericht. O p de v oorgrond een c boerin enkele koeien voort; rehts zijn een aantal mannen op een stellage bezig boomstamm tot planken te verzagen. en met een trekzaag De tekening bevindt zich op één blad (onder) met de tekening van de kapel van Vortum (kat. nr. 128) en gaat terug op een i n 1743 gemaakte natuurstudie. Lit.: Romers, nr. 1230. Zeist, Rijksdienst voor de Monumentenzorg.