Hanzestad Oldenzaal
Hoewel water een belangrijke rol speelde bij de Hanzesteden, werd er ook wel handel gedreven over land. Omdat Oldenzaal beschikte over een goede verbinding met Münster en Osnabrück groeide de stad toch uit tot een handelscentrum. Daardoor kon Oldenzaal toetreden tot de Hanze, ook al is onbekend in welk jaar dat gebeurde. De bronnen spreken elkaar ook tegen. Volgens de ene bron zou Oldenzaal in 1261 zijn toegetreden. Volgens andere bronnen is Oldenzaal nooit een Hanzestad geweest maar profiteerde de handel van de naburige Hanzesteden. Daardoor kon de stad de fraaie Sint Plechelmus Basiliek bouwen en een prachtig middeleeuws stratenplan realiseren. Stap op je fiets en geniet van deze Hanzestad en haar prachtige natuurrijke omgeving.
De Sint-Plechelmusbasiliek is een katholieke kerk en een van de 23 basilieken in Nederland. De kerk is gewijd aan de heilige Plechelmus, een Ierse monnik uit de 8e eeuw, wiens feestdag sinds zijn heiligverklaring in de 10e eeuw op 15 juli op de kerkelijke kalender van het (middeleeuwse) bisdom Utrecht vermeld wordt. Rond deze datum wordt het patroonsfeest in de Oldenzaalse basiliek nog jaarlijks luisterrijk gevierd.
In 1950 werd aan de kerk bij besluit van Paus Pius XII de eretitel basiliek oftewel basilica minor verleend.
De Plechelmustoren is ongeveer zestig meter hoog en bereikte die hoogte bij een restauratie na 1626. De breedte van de toren is 13,40 meter (zuidzijde, zonder de plint). De toren wordt door Oldenzalers de "Oude Grijze" (Twents: Ol'n Griez'n) genoemd. Hij is van veraf zichtbaar wanneer men vanuit Denekamp of over de oude straatweg vanuit Hengelo komt aanrijden, omdat deze twee oude wegen kaarsrecht op de Plechelmustoren toelopen. De klokkenkamer in de Plechelmustoren is de grootste van zijn soort in Europa. Er hangt een beiaard van 48 klokken, waarvan vijf ook als luidklokken dienstdoen. De grootste is de Maria (2400 kg) uit 1493 van de beroemde klokkengieter Geert van Wou. De andere vier zijn de Beatrix (1600 kg), de Irene (1150 kg), de Henriëtte (680 kg) en de Everdina (480 kg), alle in de 20e eeuw gegoten.