Ontdek het mooi Westerbork

Met deze fietsroute ga je centraal Drenthe verkennen tussen de plaatsen Beilen en Westerbork. Het is een mooi rustig gebied met weidse uitzichten, afgewisseld door kleine heidevelden. Westerbork associeer je mogelijk direct al met het Kamp Westerbork. Het zogeheten ‘doorgangskamp’ ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was voor velen een voorportaal van de vernietigingskampen in Duitsland en Polen. Het eigenlijke kamp lag echter in Hooghalen, wat zo’n zeven kilometer van het plaatsje Westerbork af ligt maar nog wel tot de gemeente Westerbork behoort.

Je start in Westerbork en fietst zo binnendoor naar de eerste grote plaats op de route: Beilen. Dit is zo’n typisch Drents esdorp, gebouwd rondom een hoger gelegen akker, of es. Deze vormt nog steeds het centrum van de plaats. Dat deze streek al duizenden jaren werd bewoond, bleek wel uit de bijzondere vondst die er in 1955 werd gedaan; een goudschat uit omstreeks 400, bestaande uit een armband, halsringen en 22 Romeinse gouden munten. Het was de rijkste schat uit de Drentse bodem. De vondst is in het Drents Museum in Assen te bezichtigen.

Net buiten Beilen passeer je de Molen van Makkum, een korenmolen die nog wordt bemalen door vrijwilligers. Op je weg door het Drentse land kom je ook prachtige oude Saksische boerderijen tegen, onder meer in het gehucht Bruntinge. Saillant detail van dit plaatsje is, dat het in april 1965 als laatste van Nederland werd aangesloten op het elektriciteitsnet. De heidevelden, als het Scharreveld, zijn de restanten van wat vroeger een uitgestrekt heidegebied was. Ontginning en afplagging hebben de gebieden versnipperd. Gelukkig wordt tegenwoordig zuinig gedaan met de heide en worden grazers ingezet om de gebiedjes niet verder te laten begroeien met bos. Ruim over de helft van de route ligt het snoezige museumdorp Orvelte. Dit is echt even een langere stop waard. In het beschermde deel van het dorp mogen geen auto’s komen, maar op de fiets ga je dwars door het historische centrum. Het dorp is vermoedelijk ontstaan tussen de 11e en 13e eeuw.

In het dorp wonen gewoon mensen, die zich echter in de meeste gevallen hebben toegelegd op een oud ambacht. Erg leuk zijn de dorpswinkeltjes met ambachtelijke spulletjes. Zo vind je er een houtzagerij en smederij die nog gewoon produceren. Het leuke is dat je mee kunt kijken met hun werkzaamheden. Ook de kaasmakerij en bakkerij maken op de plek zelf producten die direct aan huis verkocht worden. Verder vind je diverse ateliers en galerieën in het dorp. Uiteraard ook de benodigde toeristische prullaria, maar daar moet je maar even doorheen kijken. Je kunt het centrum in een goed uur bezichtigen, dus dat is als tussenstop best te doen.