Rondje Alphen aan den Rijn

Je gaat fietsen door het midden van het Groene Hart, een oer-Hollands polderlandschap met molens, boerderijen, knotwilgen en bosschages, omgeven door veel, heel veel water: sloten, riviertjes, kanalen en meren.

Boskoop ligt aan beide oevers van de Gouwe en wordt verbonden door de Boskoopse hefbrug die door zijn hoogte een prominente plek inneemt in het straatbeeld van Boskoop. De vloer van de brug kan rechtstandig omhoog worden bewogen. Ben je de brug overgestoken, dan fiets je al snel door het aparte landschap rondom Boskoop.

De gemeente is nationaal en internationaal bekend om zijn boomkwekerijen. Meer dan 750 boomkwekerijen liggen er verspreid over een oppervlakte van 1100 hectare. Vanouds is de bodem onder Boskoop bijzonder geschikt voor de boomteelt. Eeuwenlang heeft Boskoop zich met name toegelegd op de teelt van fruit en fruitbomen (met name appels). Niet voor niets is de naam van de gemeente gegeven aan een appelsoort, die in de Lage Landen wijd verspreid is: de schone van Boskoop (ook bekend als de goudreinette). Al in de Middeleeuwen was in de gemeente ongeveer 2000 kilometer aan sloten aangelegd, met daartussen langgerekte eilanden van vaak maar zo’n 15 meter breed. Dit was nodig voor de drainage van de kwekerijen, maar ook voor het vervoer van de bomen. Dit laatste gebeurde met zogeheten schouwen, houten boten, die je nog wel ziet varen, maar dan omdat ze worden ingezet voor toeristische rondvaarten. In de loop van de tijd werden sloten wel weer gedempt en landerijen samengevoegd, maar veel van het kenmerkende landschap, van eilandjes met watergangen, is bewaard gebleven. Boskoop wordt daarom ook wel eens `Klein Giethoorn' genoemd.

Tot aan Hazerswoude-Dorp is het genieten van het polderland met de keurige boomkwekerspercelen, watertjes, (ophaal)bruggetjes en molens die de polder bemaalden zoals de Rietveldsemolen en de Blauwe Wip. De molen Nieuw Leven in het centrum van Hazerswoude-Dorp was vroeger een poldermolen maar is later omgebouwd tot korenmolen.

Ten zuiden van Hazerswoude-Dorp en ten oosten van Benthuizen werd vroeger veel turf gestoken waardoor er grote veenplassen ontstonden. Na inpoldering werden de landerijen in de 19e eeuw weer teruggewonnen. In Waddinxveen steek je de Gouwe weer over via de Waddinxveense hefbrug, een zelfde soort brug als die in Boskoop. Op de weg terug naar de startlocatie vind je nog meer van het eilandenrijk met de vele boomkwekerijen van Boskoop. Leuk detail is dat alle maten in het Boskoopse kwekerijgebied nog worden uitgezet in de Rijnlandse roede, een oude Hollandse lengtemaat van 3,76 meter, of 14,19 vierkante meter. Dit geldt voor bijvoorbeeld de omvang van een kwekerij en de plantafstand tussen laanbomen. Ook de breedte van de talloze eilandjes is gebaseerd op de Rijnlandse roede.