Rondje Diest

Diest is een stad in Vlaams-Brabant die ligt ingeklemd tussen de fraaie natuur van het Hageland en de Kempen. Deze Belgische stad is onder meer bekend vanwege zijn historische band met het huis Nassau en geldt daarom als Oranjestad. Filips Willem, de oudste zoon van Willem van Oranje, ligt er begraven in de Sint-Sulpitiuskerk. Vandaag de dag voert koning Willem-Alexander nog steeds de titel Baron van Diest. Deze wandeling laat je kennis maken met de prachtige natuur ten oosten van de stad. Je loopt door Provinciedomein de Halve Maan en door het Webbekoms Broek, het overstromingsgebied voor de rivier de Demer. Zorg dus voor waterdichte schoenen! Je maakt een heerlijk afwisselende wandeling door een landschap dat een mix van hooilanden, graslanden, natte bossen en rietruigten biedt. In dit gebied huizen bijzondere vogelsoorten, zoals de wespendief en de blauwborst. Ook heb je mooi zicht op de stadswallen van Diest en de groene heuvels van het aangrenzende Belgisch Limburg. Op de Leopoldsvest loop je over de restanten van de Diester stadswallen. In 1831, een jaar na het uitroepen van de Belgische onafhankelijkheid, probeerde de Nederlandse koning Willem I België tevergeefs te heroveren. Om nieuwe aanvallen te verijdelen werd rondom Diest een verdedigingsgordel aangelegd. De huidige stadswallen zijn restanten van deze negentiende-eeuwse gordel. Even verderop passeer je de Petrolpoort uit 1837. De twee lokalen vooraan in deze walopening dienden als opslagplaats voor het buskruit dat altijd droog moest blijven. Verderop staat de Schaffensepoort, de laatst overgebleven stadspoort van Diest. Net buiten de stad loop je door het vochtige Demerbekken. Hier monden de Zwarte Beek, de Velpe, de Begijnenbeek en de Leugebeek uit in de Demer. Deze zijrivieren hebben decennia lang voor overstromingen gezorgd. Om dit tegen te gaan, richtte de Vlaamse overheid een aantal wachtbekkens in, gebieden die gecontroleerd kunnen overstromen om wateroverlast op andere plaatsen te vermijden. In het Webbekoms Broek wordt het overtollige water van de Velpe, de Leugebeek en de Begijnenbeek opgevangen, zodat men het op een gecontroleerde manier via de Zwarte Beek in de Demer kan laten stromen. Je loopt hier een tijdje over een bedding die ooit deel uitmaakte van de spoorlijn Tienen – Diest – Mol. Deze spoorlijn werd in 1878 in gebruik genomen, maar in de jaren zestig van de vorige eeuw opgeheven. De route loopt wel door en neemt je door het natuurgebied mee terug naar het startpunt.