Bevertocht in Flevoland

Flevoland biedt fietsers verrassend mooie natuurbelevenissen. De bodem is er uitermate geschikt voor bomen. De bossen waar je in Flevoland doorheen rijdt zijn zo hoog dat ze eeuwenoud lijken in plaats van veertig jaar. De struiken onder de bomen groeien zo weelderig dat je je in het oerwoud waant. Je vindt hier dan ook vele verscholen, romantische plekjes. Niet voor niets voelt ook de bever zich goed thuis in dit natuurgebied. Hij vindt er genoeg schuilplaatsen, water en voedsel om te overleven. Er komen zo’n 150 bevers voor in Flevoland. Deze route neemt je mee langs de groene oevers van de Hoge Vaart en de Lage Vaart, twee kanalen die de Flevopolder doorkruisen en allebei op het Markermeer uitkomen. Bevers zijn niet bijzonder schuw, zodat zij zich ook aan de rand van bewoond gebied vestigen. De kans op een toevallige ontmoeting met een bever wordt daarmee een stuk groter. In de zomer eten ze vooral riet, lisdodde en andere planten. In de winter staat er vooral bast van wilgen, populieren en essen op het menu. De typische manier waarop bevers deze bommen vellen is dan ook vooral in die periode in het landschap terug te vinden. Deze Bever-route start en eindigt op Stadslandgoed De Kemphaan in Almere. Dit landgoed ligt midden in het Waterlandse Bos. Je vindt er onder meer een pannenkoekenrestaurant waar je terecht kunt voor koffie met gebak, lunch of diner.