Ten noorden van Lelystad

Ten noorden van Lelystad strekt een zee van poplieren, essen, zwarte elzen en zomereiken zich uit. Aan de voet van de stammen, tussen de bomen, groeien hazelaars, vogelkers en eenstijlige meidoorn. Tussen de bomen op de kalkrijke zandgrond komt her en der een kleidekje voor. Fietsend door het Houtribbos is het haast niet voor te stellen dat een bos dat zo natuurlijk en gevarieerd is, met machines geplant is.

De eerste bewoners van de hoofdstad van Flevoland kwamen hier rond 1967 wonen. In 1980 werd Lelystad officieel een gemeente. Lelystad is vernoemd naar Cornelis Lely, geestelijk vader van de Zuiderzeewerken. In de jaren ‘80 had Lelystad te kampen met een flinke leegloop toen Almere werd gebouwd, wat gunstiger lag ten opzichte van Amsterdam en het Gooi. Een periode van leegstand en verpaupering volgde, tot in de jaren ‘90 het roer om ging. De stad is de laatste jaren weer aan het groeien en heeft een aantal schitterende bezienswaardigheden. Voorbeelden zijn replica van het VOC-schip Batavia, Batavia Stad, Batavia haven, luchtvaartcentrum Aviodrome, Natuurpark Lelystad en de zuil van Lely.