Van stad naar natuur (van Dordrecht naar de Biesbosch)

Dordrecht, ook wel ‘Dordt’ genoemd, wordt voor het eerst vermeld in de een tekst uit de twaalfde eeuw. Toen werd de stad, die in 1220 stadsrechten kreeg, nog Thuredrech genoemd. Wanneer je door de stad fietst, zal dit rijke verleden ongetwijfeld via de vele oude gebouwen nog tot je spreken. ‘Thuredrech’ ontwikkelde zich tot één van de zes grootste en belangrijkste handelssteden van Nederland, maar later nam dit belang af.

Toch is Dordrecht is met bijna 120.000 inwoners de vierde stad van de provincie Zuid-Holland. Om de stad heen kronkelen drie rivieren die samenkomen even buiten de stadsgrenzen: de Beneden-Merwede, de Noord en de Oude Maas. Er is veel verkeer op het water; het is het drukst bevaren waterknooppunt va Europa, door de ligging van Rotterdam.

Prachtig en waterrijk is ook de Biesbosch, maar wel van een heel ander kaliber dan Dordrecht. Een aantal riviereilanden en zand- en slikplaten, liggen tussen de rivieren Boven-Merwede en Amer. Het is heerlijk fietsen tussen de vele kreken en wilgenvloedbossen, die recreatief gebruikt worden, maar ook dienen als wateropslag waar drinkwater wordt voorbereid. Wanneer je dit gebied op de fiets verkent, staan je kleurige oevers waar paarse kattenstaart, witte valeriaan en geel moeraskruid te wachten. Reuzenbalsemien verspreidt een heerlijk zoete geur in de omgeving en boeren hooien hun land in de polders. Onderweg zie je eendjes, futen en meerkoetjes dobberen op het water, waarin reigers hun voedsel vinden. Zij worden in de lucht vergezeld door de buizerd en de kiekendief die op zoek zijn naar veldmuizen. De gelukkige natuurliefhebber ziet ook een koppel zeearenden op jacht. Voor vogelliefhebbers zijn er speciale kijkhutten gebouwd. Maar ook de populatie otters en bevers groeit in de Biesbosch.