Aan de linkeroever van de Maas, tegenover Roosteren, vind je de prachtige stad Maaseik. De gemeente Maaseik maakt deel uit van het Limburgse Maasland, wat bestaat uit de eigenlijk Maasvallei, die ongeveer vier kilometer breed is en de Maasterrassen. Naast de Maas zijn er twee beken in de gemeente, de Bosbeek en de Zanderbeek. Het planmatige stratenpatroon uit de tijd van de stichting van Maaseik is nog steeds duidelijk herkenbaar. De stadswallen moest plaats maken voor de Burgemeester Philipslaan. Toen deze weg opnieuw werd aangelegd zijn de fundamenten van de Eikerpoort ontdekt. In de parkeergarage onder het Kolonel Aertsplein zijn de fundamenten van de grafelijke burcht blootgelegd. Deze zijn er nog steeds te zien.
Je komt onderweg prachtige bezienswaardigheden tegen, zoals het imposante Kasteel het Geudje. Het hoofdgebouw heeft twee lagen en een uitgebouwd gedeelte op het noorden. Aansluitend daarop staat een mooie achthoekige toren van mergelsteen die in 1972 werd gebouwd op de restanten van een woontoren die op de plek van het kasteel stond voordat het slot hier verrees. De vleugel die haaks op de aangebouwde vleugel staat, draagt het jaartal 1629, wat doet vermoeden dat het pand in dat jaar is gebouwd.
Vanaf het kasteel kun je verder naar de Dieterdermolen fietsen. De historische molen ligt op Nederlands grondgebied aan de Roode Beek en is gebouwd rond 1806. De huidige molen is een vervanger voor een eerdere molen die hier al stond sinds de dertiende eeuw. In 1901 werd de molen omgebouwd tot turbinemolen, die graan maalde tot in de jaren ‘60. Verder fiets je naar een statig herenhuis: Huis Witham, dat ook wel Huis Wittem wordt genoemd. In 1444 werd er op de plek van het huidige pand al een oud kasteel gebouwd. Rond 1700 werd er een huis, dat vernoemd werd naar zijn leenheer Frederik van Wittem, gebouwd op de restanten van de historische vesting. Het rechthoekige, witte herenhuis werd opgetrokken uit baksteen en heeft drie woonlagen. Het oudste deel van het gebouw is het midden van de achtergevel, waar een halfronde, gesloten uitbouw staat. Bij het huis, dat gesierd wordt door een hoog ingesnoerd schilddak, staan een carrévormige hoeve uit het begin van de twintigste eeuw en een tiendschuur. Als je goed kijkt, kun je de restanten van een droge gracht zien liggen.
Een andere prachtige burcht is kasteel Limbricht, dat nog een zeldzaam voorbeeld van een goed behouden mottekasteel is. Het kasteel uit 1622, dat op een kunstmatig opgeworpen heuvel staat, wordt omgracht en de hoofdburcht heeft een voorburcht in de vorm van een u-vormige kasteelboerderij. Er zijn ook een poortwachterswoning en een melkhuisje te zien en in de achttiende eeuw werd daar een schapenhuisje aan toegevoegd. Het vierkante hoofdgebouw heeft een kleine binnenplaats en in de buitenmuren zijn duidelijk schietgaten te herkennen. In de achtervleugel, waar een vijfzijdige slotkapel uit 1643 te vinden is, kan je een vierkante traptoren herkennen.
Als je de route vervolgt, kom tenslotte je langs Kasteel Grasbroek, wat ooit een echte vesting was. Op het terrein staat een rechthoekig huis uit 1596. Er zijn twee woonlagen die zijn opgetrokken met in- en uitgezwenkte gevels. Er zijn 63 schietgaten aangebracht zodat Grasbroek goed verdedigd kon worden en in de oosthoek staat een ronde, gemetselde traptoren. Diagonaal tegenover deze toren, zie je op de westhoek een arkeltorentje staan. Oorspronkelijk was het kasteel omgracht, maar nu die gracht drooggelegd is, is deze nog maar nauwelijks te herkennen.