Fietsen door het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug

Een fietstocht vol met kastelen en prachtige oude panden van allure, die het Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug omringen. Deze route leidt je langs de oevers van de Nederrijn, door het zuidoostelijke gedeelte van Nationaal Park De Utrechtse Heuvelrug. De zandrug bestaat uit meerdere toppen die elk een eigen naam hebben gekregen. Sommige daarvan zijn hoger dan vijftig meter en op een totale oppervlakte van ongeveer 23.000 hectare staan duizenden bomen te wuiven in de wind. Daarmee is de Utrechtse Heuvelrug na de Veluwe het grootste bosgebied van Nederland. Het beste van de Utrechtse Heuvelrug zie je tijdens deze fietstocht. Zowel het Amerongse als het Zuylesteinse het bos ademen nog een sfeer uit van oude landgoederen. Bossen worden doorsneden door lange lanen. In deze bossen vind je de boommarter, de vleermuis maar ook vele bijzondere loopkevers. Diverse plantensoorten geven dit deel van de zandrug een gevarieerd uiterlijk. Het Amerongse bos ligt op een 69 meter hoge berg en is een van de oudste stukken bos van de Utrechtse Heuvelrug. De eerste bezienswaardigheid van de fietstocht is een kasteelachtig landhuis in Maarsbergen dat in 1660 gebouwd werd. Het pand is gebouwd in de neogotische stijl. Je mag je verheugen op kasteel Sterkenburg, dat slechts een paar kilometer verder al op je staat te wachten.  Kasteel Sterkenburg is de volgende stop op de route. De oudste vermelding van deze ridderhofstad dateert van 1261. De geschiedenis van het kasteel wordt getekend door de brute moord op Anthonis van Aeswijn in juni 1647, die nooit werd opgelost. Hindersteijn, waarvan de oudste melding wordt gemaakt rond 1300 is particulier bezit en om die reden niet te bezoeken. Op het landgoed staat een woontoren die het begin van de geschiedenis van de buitenplaats werd gebouwd. Het kasteel valt onder de Natuurschoonwet van 1928 en wordt beschermd als rijksmonument. Dichtbij staat kasteel Lunenburg, dat voor het eerst in de archieven van de geschiedenis opduikt in 1339. Tot aan het einde van de achttiende eeuw lag er nog een gracht om het landgoed en was het voorplein bebouwd. Daarna werd de gracht gedempt, de bebouwing van het voorplein gesloopt en werd de toren uitgebouwd tot een classicistisch landhuis. Het kasteel is niet toegankelijk voor publiek, maar af en toe worden er wel tuindagen georganiseerd. Na vier kilometer kom je bij kasteel Walenburg. Dit kasteeltje uit de dertiende eeuw ligt op een klein vierkant eilandje met daarachter een tweede eilandje, waarop de tuin van het kasteel zich bevindt. Het is ontstaan als ridderhofstad werd vroeger ook wel Walensteyn genoemd. Het nabij gelegen kasteel Sandenburg, dat voor het eerst genoemd werd in 1391, hoort bij het gelijknamige landgoed. In 1865 werd het kasteel gekocht door een graaf die met hulp van een architect het huidige kasteel van liet bouwen. Dit slot wordt tot op de dag van vandaag particulier bewoond door de nazaten van die graaf, de familie Van Lynden van Sandenburg. Kasteel Natewisch is niet meer dan een robuuste woontoren. Die is al bijzonder oud: rond 1270 werd het gebouw gebouwd. Toen was het een veel uitgebreider complex, maar door de jaren heen is alleen de imposante toren blijven staan. De laatste bezienswaardigheid van de tocht is kasteel Bergestein , dat een eindje van de weg af ligt. Zo kom je terug bij Cafe Restaurant Hotel De Buitenlust. De tocht van bijna 60 kilometer heeft je ongetwijfeld moe gemaakt dus we raden je aan om ’s avonds niets meer te doen en lekker in het hotel blijft overnachten. Je hoeft niet meer op zoek naar een plek om lekker te eten, want het restaurant bij het hotel serveert heerlijke dagschotels of een goed gerecht van de menukaart. Met een borreltje op het terras, gezellig napratend of in stilte genietend met een boek, geef je je spieren alvast hun welverdiende rust voordat je tussen de frisse lakens kruipt.