Bocholtz, Vaals en Mechelen

Een heuvellandschap met prachtige beekdalen, steile hellingen en een rijke grond die bestaat uit vruchtbare löss, silex en kalksteen, dat kan alleen in Limburg zijn. Zorg dat de kuiten gesmeerd zijn, want het Vijlenerbos heeft uitgestrekte hellingen en hoogteverschillen tot 100 meter rondom het drielandenpunt. Het toeristische Vaals, gelegen tussen de Sneeuwberg en de Vaalserberg, kenmerkt zich door de aanwezigheid van het Drielandenpunt: daar waar de drie grenzen van Nederland, België en Duitsland elkaar raken. Op enkele meters afstand van het betonnen monument wat dat bijzondere punt markeert ligt ook het hoogste punt van Nederland, wat zich 322,5 meter boven NAP bevindt. Omdat Vaals vrijwel vergroeid is met de Duitse stad Aken, kan het dorpje ook wel als de voorstad daarvan gezien worden. Meer dan een kwart van de inwoners van Vaals heeft dan ook de Duitse nationaliteit en in het dorp hoor je een mengelmoes van Limburgs en Duits. Onderweg kom je langs de Onderste Molen in Mechelen, die maalt op de Geul. Deze prachtige watermolen werd gebruikt als korenmolen, maar er werd ook elektriciteit mee opgewekt. De oorspronkelijke molen is gebouwd in 1215 en werd toen nog de Commandeursmolen genoemd. Later, na een restauratie, werd de molen omgedoopt tot de ‘ Onderste molen’. De molen is in 2005 nog volledig maalvaardig gemaakt en draait tegenwoordig op vrijwillige basis.