Cuijk, Gennep en Boxmeer

Cuijk ligt aan de Maas, een langgerekt dorp dat steeds verder uitbreidde en meer van de oever in beslag nam. Ten zuiden vormen de broekbossen een poort naar de buurtschap en natuurgebied Zevenhutten, dat 85 hectare beslaat. Hakhoutbosjes en akkers aan mooie houtsingels voeren hier de boventoon. De bomen lokken verschillende broedvogels naar Zevenhutten. De geelgors, de nachtegaal, de braamsluiper en de grasmus zijn vogeltjes die graag hun nestjes bouwen in de bosjes langs de akkers. Volgens een interessante legende bezat Cuijk ooit stadsrechten had, maar het dorp deze heeft verkocht aan Grave. Werkelijk bewijs voor dit verhaal ontbreekt. Desondanks is Grave nu wel een stad, en wordt Cuijk nog vaak aangeduid als ‘voormalige stad’.

In de voormalige stad zie je de Jan van Cuijk molen staan. Deze bakstenen beltkorenmolen werd gebouwd in 1860 en heeft de status van Rijkmonument. De molen werd vooral gebruikt om koren te malen en het gevlucht is sinds 1942 uitgerust met het Systeem van Bussel op beide roeden. Sinds 1945 is de molen voorzien van remkleppen. Regelmatig laten vrijwillige molenaars de molen op zaterdag draaien. In Boxmeer zie je nog een interessant gebouw. Vroeger was dit echte vesting, met uitzicht over de Maas, maar na verschillende belegeringen en verwoestingen werd er een adellijk landhuis op deze plek van de burcht gebouwd. In dit pand komen adellijke en religieuze werelden samen: tegenwoordig belicht men er de historie en de vooraanstaande vroegere eigenaars en schetst men een beeld van de levenswijze van de huidige vrome bewoners.