Lembeek, Rebecq en Enghien

Net ten zuiden van Brussel vind je de Zennevallei de bakermat van Geuze en Kriek. Hier ligt het startpunt van deze route: Lembeek. Een groene streek op een steenworp afstand van de grote stad, waar je weer helemaal tot rust komt in dal van de Zenne die slingerend zijn weg vindt, parallel aan het kanaal Brussel-Charleroi. Ontdek met deze fietsroute de charme van het Pajottenland, de Zennevallei en Waals Brabant. Neem in Tubize een kijkje in het Museum van de Stadspoort, gevestigd in een boerderij uit de 17de eeuw. Hier kun je je vergapen aan Gallo-Romeinse archeologie en de kunstschatten van het decanaat van Tubeke. Vergeet ook niet een kijkje te nemen bij de speeltuigen en het schoolmateriaal uit de periode rond de vorige eeuwwisseling. Verderop, in Rebecq, vind je weer goede redenen om even af te stappen. Het Bierhuis, gewijd aan de plaatselijke bierproductie van de artisanale brouwerij Lefèbvre, is gevestigd in de pittoreske Kleine Molen van Arenberg. De oude werktuigen en antiekverzamelingen vertellen de geschiedenis van het gerstenat – een must voor iedere bierliefhebber! Ook de molen van Arenberg is de moeite waard. Deze getuige uit het verleden en is vandaag een belangrijk cultureel centrum geworden. Dit juweeltje van het Waals-Brabantse erfgoed verheft zich in het hart van het dorp aan het uiteinde van de Senne. De molen beschikt nog steeds over de indrukwekkende machinerie die het schoepenrad in werking zet. Het bureau voor toerisme is ondergebracht op de benedenverdieping en op de eerste verdieping vind je het porfiermuseum, gewijd aan de steen uit de Steengroeve van Quenast. Dit is niet de enige bezienswaardige molen in de streek: een stukje verderop fiets je weer langs die leuk meanderende Zenne – die hier in Wallonië door het leven gaat als La Senne – als je de Moulin d'Hou tegenkomt. Deze watermolen stamt uit de 18e eeuw, een ouwetje dus. Vlak daarna buig je weer af naar het noorden, terug naar Vlaanderen. Vlakbij de taalgrens vind je Park Ter Rijst, wat behoort tot de mooiste landschappen van het Pajottenland. Stap hier zeker even af, want het park mag alleen te voet betreden worden en het zou zonde zijn dit prachtplekje over te slaan. Het kasteelpark is aangelegd in Engelse stijl rond een neoclassicistisch kasteeltje, een Pajotse vierkantshoeve, in 1860 gebouwd op de grondvesten van een nog veel oudere boerderij. Al in de vroege middeleeuwen verrees op deze plek een kasteel. Het huidige gebouw is echter het resultaat van een totale verbouwing, in 1869, het jaar dat ook het landschapspark werd aangelegd. Dat park is één van de fraaiste van Vlaanderen, met vijvers gevoed door talrijke bronnen. Wandelpaden slingeren er langs eeuwenoude bomen en er is ook een boomgaard met fruitbomen van vroeger. Naast het kasteelpark vind je er ook een uitgestrekt bosreservaat, wat dit landschapspark een hedendaags lusthof maakt voor zowel natuur- als cultuurliefhebbers. Voor vogelliefhebbers is dit helemaal een aards paradijs: het aantal vogelsoorten hier is gigantisch. Een greep uit het aanbod: matkopmees, glanskopmees, ijsvogel, Vlaamse gaai, tjiftjaf, bosrietzanger, goudhaantje, grauwe vliegenvanger, gekraagde roodstaart en boomkruiper. Jaarlijks worden in Ter Rijst honderden vogels geringd, om daarna op vele plaatsen in Europa en Noord-Afrika op te duiken. Het kasteelpark is een heerlijk plekje om even rond te zwerven voor je weer verder fietst naar je startpunt in Lembeek.