Rondje Twello

Het oeroude gebied rondom Twello wordt al sinds 1000-500 voor Christus al permanent bewoond. In het gebied zijn diverse opgravingen van bewerkt vuursteen gedaan die deze aanname ondersteunen. Het dorpje Twello telt anno 2013 ruim 13.500 inwoners en het is een prachtig plaatsje, waar rijkere mensen uit Deventer hun villa’s bouwden. Zij verdienden hun vermogen met de bloeiende handel en in de nijverheid. Het gebied straalt weelde en rust uit en in de Nijenbeker Klei en de Rammelwaard is veel groen te vinden. De natuurlijke omgeving is gevormd door de werking van de IJssel en je in de uiterwaard vind je oude beddingen met meanderruggen en geulen die het gebied doorkruisen. In de open en brede uiterwaard is een grote diversiteit aan planten te vinden, door hoogteverschillen met lage slenken en hoge oeverwallen. Gulden sleutelbloem is één van de prachtige bloemen die je tussen het groen herkent en de Nijenbeker Klei is een belangrijk overwinteringsgebied voor verschillende soorten watervogels en ganzen. Wanneer je je auto op de gratis parkeerplaats hebt geparkeerd, zet je koers naar stellingmolen De Hoop. De originele molen werd in 1850 gebouwd. De molen ving na verloop van tijd te weinig wind door omringende bomen en bebouwing. Daarom werd hij in 1905 gesloopt. In hetzelfde jaar verrees de huidige, hogere stellingmolen. Nog altijd wordt de molen gebruikt om graan te malen, hoewel dat nog maar in beperkte mate gebeurt. Zo wordt verval op een nuttige manier tegengegaan. Auberge ’t Hartelaer (’t Hartelaar) ligt op het gelijknamige landgoed bij Twello. Het is gebouwd rond de veertiende eeuw. In de middeleeuwen fungeerde het gebouw als opslagplaats voor granen. Later werd het huis uitgebreid en werd de landheerkamer aangebouwd. In 1976 werd het statige pand gerestaureerd en voor bewoning geschikt gemaakt.  Wanneer je verder fietst, kom je bij een deftig herenhuis. Huize ‘t Holthuis werd aan het begin van de negentiende eeuw gebouwd. Het twee verdiepingen tellende herenhuis wordt gesierd met een omlopend schilddak met hoekschoorstenen waarop windkappen en geprofileerde houten kroonlijsten aangebracht zijn. Opvallend zijn de brede middenrisaliet, de deuromlijsting met Ionische pilasters en de vensters met acht- en negenruitschuiframen, die het huis zijn statige allure geven. In Hanzestad Deventer kom je langs de Bolwerksmolen, een zaagmolen uit 1863 met een houten achtkant. De stellingmolen heeft drie zaagramen en staat op een vierkante onderbouw, waarin een zaagschuur gebouwd is. Er is ook een museum met dezelfde naam gevestigd, waar geïnteresseerden in de Bolwerksmolen een kijkje kunnen nemen. Tenslotte kom je bij de Wilpermolen, een in 1736 gebouwde stellingmolen die gebruikt werd als korenmolen. De Wilpermolen brandde voor 1766 af, wat een reparatie in 1766 als gevolg had. Hierna heeft de molen lang gedraaid, tot hij in 1975 weer een restauratie moest ondergaan. Er werd een elektrisch aangedreven koppel maalstenen aangebracht. In 1991 onderging de molen opnieuw een grote restauratie. Anno 2013 wordt er nog steeds veevoer gemalen en is de molen wekelijks op zaterdag te bezichtigen.