Waterlinie I

Oude landgoederen, indrukwekkende kastelen, historische buitenplaatsen en landelijk aangelegde tuinen. Dát is wat je te wachten staat in de Vechtstreek. De nalatenschap van de adel uit de Gouden Eeuw is goed terug te zien in de riante, statige buitenhuizen, maar ook de natuur drukt zijn stempel op de omgeving. Veel waterloopjes, die te herleiden zijn tot de rivier de Vecht, hebben een grote diversiteit aan groen tot gevolg. De plassen trekken recreatie en natuurliefhebbers aan. De Nieuwe Hollandse Waterlinie speelde een belangrijke rol in de Nederlandse geschiedenis als verdedigingslijn en loopt door de Vechtstreek. De Nieuwe Hollandse Waterlinie werd in de achttiende eeuw aangelegd en verving de Hollandse Waterlinie, die dateert van het einde van de zeventiende eeuw. De nieuwe linie en strekte zich 85 kilometer lang uit vanaf een eiland in de Zuiderzee tot aan de Biesbosch. Tot de verdedigingslinie behoorden 46 forten en de vestingsteden Muiden, Weesp, Naarden, Gorinchem en Woudrichem. Door middel van een geniaal bedacht systeem kon de hoogte van het water in bepaalde gebieden bij de waterlinie gereguleerd worden, zodat doorgang onmogelijk werd voor schepen en mannen te voet of te paard. Op de plekken waar inundatie niet mogelijk was, of waar wegen aangelegd waren, werden massieve forten gebouwd. Doordat deze forten werden ontwikkeld om optimaal de omgeving te kunnen verdedigen, zijn de meeste vestingwerken uniek. De bouw van de waterlinie werd in 1815 gepland en was pas in 1870 voltooid; de aanleg heeft dus enkele decennia geduurd! De waterlinie is ingezet tijdens de Frans-Duitse Oorlog en tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Je komt tijdens de fietstocht verschillende mooie forten en landhuizen tegen. Het eerste fort op de route is het Fort aan de Ossenmarkt in Weesp. Het fort is geheel gebouwd met baksteen en de muren zijn circa 1,80 meter dik. Oorspronkelijk omringde een gracht het fort maar deze is in 1876 gedempt. Vanaf 1901 maakt het fort deel uit van de Stelling van Amsterdam. In 1993 werd het fort gerestaureerd en tegenwoordig doet het dienst als kantoorpand voor meerdere bedrijven. Fort Uitermeer ligt aan rivier de Vecht, tussen bossen en weilanden in. De vesting is een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het torenfort is een belangrijke blikvanger in de omgeving en biedt ook prachtige vergezichten over het Naardermeer en de vele buitenplaatsen in de omgeving. De eerste bezienswaardigheid die geen fort is, is molen Gabriël. De molen is nog wel draaivaardig, maar buiten bedrijf. De molen werd gebouwd in 1635 en is nu in gebruik als woning. Daarna kom je bij een reeks prachtige buitenplaatsen. Oud Oever is een buitenplaats langs de oostzijde van rivier de Vecht en werd rond 1700 gebouwd. De Rijksmonumentale buitenplaats heeft een hoofdgebouw, historische tuin en park, een tuinkoepel en een paardenstal en koetshuis. De parktuin is later aangelegd rond 1920, wat het verschil in stijl verklaard. Loenen aan de Vecht is ook de standplaats van Huis Bijdorp. Dit huis wordt bewoond en is niet te bezichtigen, maar biedt wel een imposante aanblik. Het werd gebouwd in de zeventiende eeuw, is drie vensters breed en bestaat uit twee woonlagen. Het terrein rond het huis is een rechthoekig stuk grond, begroeid met bomen. Er zijn ook langgerekte kweekbedden op aangelegd. Andere mooie buitenplaatsen zijn huis Vegtlust, Weerestein, Vechtzigt, Groene Vecht, Queekhoven, Vegt en Hoff en Slangevegt. Er liggen ook kastelen aan de route: Gunterstein en Oudaen. De tocht sluit je af door een bezoek aan één van de forten van Nieuwe Hollandse Waterlinie. Om de Tienhovense Vaart af te sluiten werd tussen 1848 en 1850 Fort Tienhoven gebouwd. De vesting verdedigde de inundatiekade, een damsluis en een kraaienstersluis tegen vijandig verkeer over water. Het fort is niet toegankelijk, maar zelfs vanaf de buitenkant is het fort een imposant gebouw.