Wie de rust van de natuur zoekt, zit in dit deel van de Veluwse bossen goed. Uitgestrekte bossen en de schitterende heide van Hoog Buurlo zijn kenmerkend voor boswachterij Ugchelen. Overal zie je sporen van wild; reeën en edelherten, maar ook dassen, vossen, hazen en andere kleinere dieren laten hun sporen na wanneer zij scharrelend op zoek zijn naar voedsel. Wanneer je vroeg op de dag of rond de schemering door het gebied trekt, ben je getuige van het bijzondere leven van deze dieren. De bonte specht roffelt enthousiast op de eeuwenoude bomen, een buizerd laat zich uit de lucht vallen om zijn prooi te verorberen of je staat ineens oog in oog met een wild zwijn.
Een onverwachte woestijnachtige zandvlakte van zo’n 700 hectare, heidevelden met planten die onder barre omstandigheden tot volle wasdom komen en weidegronden waar de horizon kilometers verderop lijkt te liggen. Daarnaast groeien op de glooiende heuvels ook de prachtige dichte bossen die je van de Veluwe gewend bent. Zoals gebruikelijk bij het woestijngebied, treden hier flinke natuurverschillen op; op een mooie zomerdag kan het op de zuidhellingen van de vlakte wel vijftig graden worden, terwijl ’s nachts slechts ongeveer tien graden op de thermometer blijft staan. Het ruig haarmos, dat groen is in de herfst en de winter maar het in het voorjaar rood kleurt is veelvuldig aanwezig. Ook planten die uniek zijn en nergens anders groeien, zoals heidespurrie en zandzegge, tref je hier aan.
Vanaf de parkeerplaats vertrek je naar Paleis het Loo, gelegen aan de rand Apeldoorn. Het paleis is eigendom van de Staat en staat in de top 100 Nederlandse UNESCO-monumenten. De achterkleinzoon van Willem van Oranje, Stadhouder Willem III, kocht het kasteel in 1684 als een nieuw jachtverblijf. Jacobus Roman ontwierp het vierkante hoofdgebouw in classicistische stijl met aan beide kanten een zijvleugel en het paleis werd uitgebreid met vier paviljoens nadat Willem III koning van Engeland was geworden. Links en rechts van het hoofdgebouw bevinden zich twee paviljoens die verbonden zijn met dienstvleugels rond het voorplein. Op de plek waar vroeger de keukens zaten zijn ook delen van de museumcollectie te zien. Het Museum van de Kanselarij der Nederlandse Orden is op de bovenverdieping van het gebouw gevestigd. De museumstaf zit in de voormalige Oranjerie. De westvleugel van het gebouw word voor tijdelijke tentoonstellingen gebruikt. Door de natuurlijke wateraanvoer vanuit de heuvels leent het terrein van Paleis het Loo zich uitstekend voor bijvoorbeeld tuinaanleg en waterwerken. De baroktuinen en het paleispark zijn dan ook zeker een bezoekje waard. Na een grondige restauratie is het Paleis sinds 1884 opengesteld voor publiek.
Een heel ander pand, zonder koninklijke allure maar wel met een authentieke sfeer, is de schaapskooi van Hoog-Buurlo. Deze kleine nederzetting midden in de eiken- en beukenbossen, heeft behalve een schaapkooi ook twee woonhuizen die worden omgeven door statige beukenlanen en akkers met wildwallen. Hier verblijft ‘s nachts een kudde Veluwse heideschapen, die overdag de heide begrazen. De schaapskooi werd in 2008 gerenoveerd.
Nadat je de schaapskooi achter je hebt gelaten, fiets je verder door de bossen van de Veluwe. Tijdens het volgende deel van je tocht kan je nog drie mooie watermolens bekijken. De eerste is een gemeentelijk monument: de Ruitersmolen in Oosterhuizen. De voorganger van deze watermolen werd in 1606 langs de Beekbergse Beek gesticht. Op deze, maar ook op de andere oever langs de rivier stonden destijds papiermolens die samen “De Ruitersmolens” werden genoemd. De ene molen brandde af, de andere kwam stil te staan en raakte in verval. In 1985 werd een grote renovatie voltooid en tegenwoordig is de molen regelmatig open ter bezichtiging. Op de eerste verdieping wordt gedemonstreerd hoe het papierscheppen in zijn werk gaat en op de begane grond wordt op vrijwillige basis graan gemalen met twee koppels maalstenen.
Zes kilometer verder tref je de Hamermolen aan. Deze molen werd rond 1645 gesticht en gebruikte vroeger kracht van het water om oude kleren tot pulp te vermalen zodat er papier van gemaakt kon worden. Dat papier werd gebruikt om intellectueel vermogen te bevorderen. Datzelfde wordt nog steeds op de Hamermolen nagestreefd, waarbij het water symbool blijft staan voor het bewandelen van nieuwe wegen vol inspiratie, innovatie en creativiteit. De molen is volledig gerestaureerd.
Tenslotte kom je bij de Bouwhofmolen. Wanneer deze molen precies werd gebouwd is onbekend. Wel weten we dat ook De Bouwhof, waarin voorheen ook een wasserij gevestigd was, papier maalde. Omdat de Bouwhof de meest intacte watermolen in de gemeente is, werd hij gerestaureerd. Daarbij werd de beek weer ontgraven zodat de aandrijving weer werkte en zowel het molenhoofd als het waterrad werden gerestaureerd. Nu is de molen ingericht als woonhuis.